Top menu

“Ik begin weer bij zero”

In Frankrijk klinkt zijn naam soepel in het rijtje van Maison Martin Margiela, Jean Paul Gaultier en Anne Demeulemeester. Eind jaren tachtig brak Jean Colonna daar door met rauwe, sexy ontwerpen. Maar in Nederland heeft bijna niemand ooit van hem gehoord. Dat zou nu wel eens kunnen veranderen.

Als in 2009 bekend wordt dat de jaren tachtigster, die in 2004 zijn laatste show gaf, een comeback maakt, willen Vogue, Marie-Claire en Elle meteen zijn nieuwe ontwerpen lenen voor modeshoots.

Le Petit Endroit, de naam geeft de maat al aan, is Jeans Colonna’s bescheiden showroom in de Parijse wijk Le Marais. Het onderkomen is zo “petit” en de ontwerper zo bekend, dat de vraag rijst of het adres wel klopt.

Het is hier echt, want even later stopt een motor voor de deur, waar de kogelronde Jean Colonna (1955) afstapt. Eenmaal binnen begint hij meteen de collectie uit te leggen. Een mooi gezicht, een stoere motormuis die liefdevol praat en aait over superzachte delicate hemdjes, jurkjes en leggings van zijde en kasjmier. Het nieuwe chic. De bedoeling is, vertelt hij, meerdere exemplaren over elkaar heen dragen: spelen met de kleding. Alle ontwerpen zijn simpel van vorm, comfortabel, niet seizoensgebonden. Je kunt ze dragen als ondergoed, homewear, of om er sexy uit te zien. Het woord luxe valt, zo ziet hij zijn verfijnde ontwerpen, maar niet in de zin om mee te pronken. “Luxe betekent: just for you. Luxe is egoïstisch, het is niet voor iedereen.”

Een geplande comeback is wat er sinds 2009 gebeurde niet. Nadrukkelijk: ”Nee beslist niet, het ging –  par hasard – per ongeluk.” Colonna vertelt hoe hij in het Nepalese Katmandu een fabrikant ontmoette die tot zijn grote verbazing de stof kon maken waar hij al lang op zoek naar is; prachtige gebreide zijde. Als hij naar aanleiding van het stofstaaltje een schets maakt ligt het ontwerp de volgende dag voor zijn neus. “Zo begon het.”

Jean Colonna start zijn modecarrière in 1975 als assistent van couturier Pierre Balmain. Dat couture niet zijn ding is, weet hij meteen. Verrijking, daar draaide het toen, en nog steeds om in zijn leven. Als gretig leerling van Monsieur Balmain leert hij over elegantie, eenvoud, kleuren, stoffen en omgang met klanten.

Na twee jaar Balmain ontwerpt hij jarenlang met Christian Astuguevieille accessoires voor Karl Lagerfeld, Claude Montana en Thierry Mugler. Ook deze theatrale fantasiemode is niet bepaald zijn stijl. “Eind jaren tachtig hadden net als ik meer jonge ontwerpers min of meer het zelfde doel, weg van dergelijk onrealistisch decorum. Er was een kloof tussen de heersende barokke mode en wat ik wilde – het brengen van eenvoudige vormen.”

Om zijn ideeën vorm te geven begint Colonna in 1987 zijn eigen vrouwen- en mannenlabel. Maar naar eigen zeggen valt pas twee jaar later, met zijn eerste show waarmee hij ook zijn naam vestigt, alles op zijn plek. “Anders dan tijdgenoten als Thierry Mugler en Claude Montana wilde ik niet zeggen, jij bent een vrouw en ik trek je een leuk sexy pakje aan, ik wilde mode in de kleding stoppen. En écht zijn. Ik deed vrouwen een voorstel en hoopte maar dat dit beviel.”

En of het beviel. En verkopen deed het als een tierelier, al die kleine sexy strakke jurkjes en simpel gesneden tops met accent op de borsten en uitgevoerd in sleazy panterprints en transparant kant. Colberts en broeken waren van goedkoop nep-skai of andere synthetische stoffen als nylon en polyester. Kenmerk van alle Colonna ontwerpen waren (en is nu weer) naden zichtbaar aan de buitenkant.

Nadat tout hip bekend en onbekend Parijs verslaafd raakt aan de rockchic mode van Colonna, volgt de opmars in Japan waar in 1979 een winkel opent. Onder Colonna’s  naam verschijnen in licentie talloze producten van ondergoed tot aanstekers en zonnebrillen. Via het Franse postorderbedrijf La Redoute worden ook nog eens duizenden JC ontwerpen verkocht.

Rond 2000 knapt er iets in Colonna. De bemoeienissen van een toenmalige zakenpartner ervaart hij als beknotting van zijn vrijheid. Ook voelt hij zich doodmoe.  De zakenpartner trekt zich terug. “Ik houd erg van mijn vak, maar toen was ik bang dat ik iets in mezelf zou vermoorden.” In 2004 geeft hij zijn laatste show, maar echt gestopt is Jean Colonna nooit. Plezier haalt hij uit samenwerkingen. Met fotografe Bettina Rheims maakt hij het boek Heroines. Hij werkt met topfotografen als Juergen Teller en Nan Goldin. Voor wijlen rockster Alain Bashung bedenkt hij een tourgarderobe, hij ontwerpt schoenen voor de Eram-keten, kleding voor modemerk Morgan en Ramosport. In 2009 lanceert hij zijn luxe gebreide kasjmier collectie.

 

De modewereld bekijkt hij tegenwoordig van een afstandje. “Wat er destijds allemaal om me heen gebeurde, paste helemaal niet bij mij.” Ook het geven van shows mist hij niet. “Al heb ik geweldige shows gegeven, ik bedacht mise-en-scènes, bouwde voor de collectie Hotel Rooms een armetierige hotelkamer na, iets nieuws in die tijd. Shows geven is fun, maar painful fun. Al die voorbereidingen! Een show is iets anders dan een collectie. Het voelt als naakt gaan voor honderden mensen. Je wordt beoordeeld, misschien niet eens op je werk, maar op die presentatie die amper een kwartier duurt. Overigens,  zo’n korte show was in 1989 een shock voor journalisten. Zwaar beledigd kwamen ze naar me toe: tien minuten in plaats van drie kwartier, of ik gek was? Maar bij een show gaat het om wat een ontwerper zegt, om één woord. Een show is als een druppel parfum, het is geen eau de toilette. Je moet in tien minuten tijd smaak, visie en touch geven.”

Terugblikkend beschouwt hij een collectie uit begin jaren negentig, als ramp voor de pers. Vlak voor die show verandert hij opzettelijk het beeld dat mensen tijdens een show van hem verwachten. “Iedereen in de mode krijgt als hij begint een stempel opgeplakt. Zelfs nu, na zijn dood, is Yves Saint Laurent nog steeds “Le petit prince de la mode” Hij was 78 toen hij overleed! Gaultier sterft als het enfant terrible de la mode. Mijn stempel was toen sex, drugs & rock ’n roll. Vlak voor de show – alles was af, de hoge hakken stonden weer klaar– dacht ik nee, nee alles moet anders, met andere schoenen, heel goedkope stoffen, andere technieken. Het idee kwam voort uit research waar ik al langer mee bezig was.”

Tijdens die show zagen mensen niet langer de Jean Colonna vrouw – de mysterieuze dame met altijd rode lippen en donker opgemaakte ogen – maar voor Colonna was het een van de allerbelangrijkste shows. “Ik had mijn visie veranderd.”

Met slechts één partner runt hij nu zijn bedrijf. De volgende stap is zijn nieuwe lijn mixen met sportkleding.

Of hij profiteert van zijn naamsbekendheid? “Ja en nee”, legt hij uit.  “Als mensen je naam kennen betekent dat niet dat ze automatisch je spullen kopen, mijn naam is geen joker, haha.  In de mode geldt dat je geduld moet hebben, ik weet als geen ander dat het niet zomaar gebeurt (knipt met zijn vingers in de lucht). Ik begin weer bij zero.”

De fout die volgens hem veel ontwerpers maken is, hup meteen een ster willen zijn. Nee, Colonna is niet te min om zelf de winkelvloer te vegen, of om elk kledingstuk persoonlijk te controleren. “En een plezier dat ik heb! Ik ben vrij, al zweet ik me rot, en alles is vreselijk veel werk. Soms denk ha, een eitje, nieuwe ontwerpen maken. Mijn god nee!”

Als artistiek directeur voor een Aziatische modebedrijf, en zijn eigen label dat wordt gemaakt in Nepal, reist hij veel. Eens in de maand is hij een week in  Parijs. Zaten er maar meer uren in een dag, verzucht hij. “Weet je, ik was net bij de fysiotherapeut, mijn rug is bûûh. Ik kreeg een behandeling, doel was relaxen, even slapen. Vraagt de fysio, zeg slaap je wel? Ik antwoord nee – ik had net een idee voor de volgende collectie, haha.”

“Zo nu weet je wel erg veel over mij.” De dikke man pakt zijn helm, loopt naar buiten, stapt op zijn motor, en weg is hij.

EERDER GEBUBLICEERD IN HET PAROOL

In Nederland is Jean Colonna te koop bij SPRMKT in Amsterdam, Margreeth Olsthoorn in Rotterdam. www.jeancolonna.com

Gerelateerde Artikelen:


Reageren is niet (meer) mogelijk.