Top menu

Goede schoen: een moeilijk vak

In een locatie op stand, in de gouden bocht aan de Herengracht, laten vijf schoenontwerpers vooruitstrevend schoeisel zien. Schoenontwerpen is een populaire bezigheid.

Hester Vlamings selecteerde vier schoenontwerpers – Rosa Roozen, Anna Korshun, Lieke de Koning, Tj Walakani – én zichzelf voor de expositie “5 schoenontwerpers”. Vlamings hoopt dat haar initiatief uitgroeit tot een terugkerend evenement. “De afgelopen jaren studeerden er veel schoenontwerpers af, ze hebben vervolgens een examententoonstelling, en dat is het. Ik wil ontwerpers een podium geven.”
Vlamings koos dus vier ontwerpers, maar het hadden er ook vijfentwintig kunnen zijn. Zo populair is schoenontwerpen, niet alleen onder academiestudenten maar ook onder vrouwen – alleen maar vrouwen – die het als hobby beoefenen. Hester Vlamings noemt schoenontwerpen daarom gekscherend het nieuwe macramé –bloemschikken -aquarellen.

De interesse voor schoendesign heeft volgens haar zo’n hoge vlucht genomen door de aandacht voor internationale catwalkshow waar de meest bizarre schoenen voorbijkomen en door gehypte glamourmerken als Manolo Blahnik, Jimmy Choo en Christian Louboutin.

Zelf wist Hester Vlamings (45) tijdens haar modestudie begin jaren tachtig aan de Arnhemse kunstacademie dat ze schoenen wilde ontwerpen na het zien van een modeshow met de fantasievolle schoenen van het Nederlandse label Lola Pagola (opgericht in 1985 door Marijke Bruggink en Marlie Witteveen en sinds 1998 ter ziele). Vlamings stapte over van mode naar productdesign – toen een kleine afdeling gericht op unica en kleine series. Om technische kennis op te doen, volgde ze de orthopedische schoenopleiding in Den Bosch. Tegenwoordig reizen schoenontwerpers in spe naar Utrecht voor de tweejarige cursus ambachtelijk schoenmaken aan het kennis- en opleidingencentrum voor  vakmanschap SVGB. Recente nieuwe opleidingen zijn een schoenenmaster aan het Fashion Insitute Arnhem en de eveneens eenjarige opleiding Industrial Footwear Design, gericht op commercieel schoenontwerpen en opgezet door Hester Vlamings, docent Liesl Swart en schoentrendwatcher Nicoline van Enter.

Vroeg of laat komen mensen met serieuze schoenontwerpaspiraties terecht bij een van deze dames. Veel gehoorde vraag: “Hoe word je schoenenontwerper? “Het is dan heel fijn dat ik kan zeggen dat je niet naar Italië hoeft om het vak te leren,” zegt Vlamings.

Onlangs meldde zich ook een meisje dat aankondigde dat ze de nieuwe Manolo BlahniK (groot gemaakt door de tv-serie Sex and the City), wilde worden. Ze is enige niet. Dat is tekenend volgens Vlamings. Met lichte spot verwijst ze die meisjes door naar de opleiding economie. “Een merk als Blahnik valt onder brandmanagement – hoe bouw je een merk – in plaats van hoe maak je een schoen.”

X 001

Hester Vlamings kent alle ins en outs van het schoenenvak, over vier jaar viert ze haar vijfentwintigjarige jubileum. Het duurde even voordat ze haar draai vond. Na haar afstuderen in 1989 runde ze vijf jaar een schoenenatelier. Klanten had ze amper. En omdat het einddoel eigenlijk altijd een expositie was, voelde ze zich meer kunstenaar. “De modellen die ik maakte waren prototypes – dus geen eindproduct – die een producent industrieel kan laten maken.” Na vijf jaar aanmodderen maakte ze de switch naar de industrie. Schoenwinkelketen Sacha voerde haar eerste modellen uit en voor het label Mag Megamoks ontwierp ze een beststeller, een mocassinsandaal met een overdreven dikke zool. “Ik voel me vooral een industrieel ontwerper, mijn ontwerpen moeten door een fabriek kunnen worden uitgevoerd, hoe bizar ze ook zijn.” Als een opdracht echt moeilijk is, zoekt ze een gespecialiseerde schoenmaker zoals René van den Berg. Samen werkten ze aan onder meer een extreem hoge hakloze schoen, een ontwerp van modeontwerper Jan Taminiau, en recent aan een paar hoge laarzen naar ontwerp van Anouk Wipprecht die Fergie van The Black Eye Peas droeg tijdens het optreden tijdens de Amerikaanse Super Bowl. Momenteel ontwikkelt ze drie paar exclusieve schoenen voor Bas Kosters. Verder werkt Vlamings voor grote commerciële merken en heeft ze sinds 2003 een label onder eigen naam.

Een eigen schoenenlabel; het is de droom van Rosa Roozen, Anna Korshun en Lieke de Koning. Alle drie studeerden ze in 2010 af aan de kunstacademie van Arnhem en exposeerden aan de Herengracht met Vlamings en Walakani.

De Indonesische Tj Walakani (32)lanceerde vorig jaar al haar eigen lijn –  Tiga Tiga – en bouwde meteen de webshop tiga-tiga.eu. Het is de bedoeling dat de site uitgroeit tot een originele virtuele schoenwinkel waar ook andere ontwerpers hun eigenzinnige collecties aanbieden.

Met Tiga Tiga heeft Walakani al drie verkooppunten; en dat zonder schoenopleiding. Omdat de ontwerpster dat eigenlijk best een gemis vindt, gaat ze binnenkort in Indonesië een opleiding volgen.“Tegelijk kan ik dan productie draaien.”

Walakani’s specialiteit zijn hippe schoenen in afwijkende maten. Zelf draagt de ontwerpster maatje 34, vandaar. Naast piepkleine, en forse, elegante modellen verkoopt Walakani ook de gangbare maten.

Aan verkoop is Anna Korshun (24) nog niet toe. De uit Rusland afkomstige Korshun maakt avant-gardistische schoenen waar geen naald en draad aan te pas komen: ze zijn van vacuümgetrokken leer. Sindskort is Korshun bezig met solliciteren, niet dat dit nou de bedoeling was. Na haar afstuderen wilde ze een bedrijf starten en collecties produceren. Ze bedacht zich. “Ontwerpen kan ik, maar ik weet niet hoe ik schoenen moet verkopen, de commerciële kant is nieuw voor mij, daarom wil ik werkervaring opdoen.”

Wat ze er van vindt dat zoveel mensen nu een eigen schoenenlijn willen opzetten? “Vooral doen als je er passie voor hebt. Maar het is absoluut niet zo gemakkelijk als mensen denken. Wat je ontwerpt, en wat mensen kopen zijn verschillende dingen. Het is lastig inschatten wat hot is en wat niet”, zegt Korshun die binnenkort gaat samenwerken met modeontwerper Pauline van Dongen.

Rosa Roozen (27) dacht na haar afstuderen net als Korshun dat ze alles wel wist. Vooralsnog staan haar plannen om een eigen label te beginnen in de koelkast. Ze is er inmiddels achter dat het opzetten van een schoenenlijn inderdaad niet zo makkelijk is. Roozen overweegt om in Parijs de accecoires Masteropleiding aan het IFM (L’Institut Français de la Mode) te gaan volgen. “Lijkt me leuk een jaar in buitenland studeren en zo mijn netwerk te vergroten. Als je, zoals ik, heel creatief bent is het beter naar het buitenland te gaan.” Nederlanders vindt ze bovendien een niet bepaald op schoenen gericht volkje. “Wij geven niet zo veel geld uit aan schoenen. En als ik in een winkel kom met allemaal plastic tassen en lelijk gemaakte schoenen, dan doet dat toch een beetje zeer.”

In de tussentijd zit Rosa Roozen niet stil, en werkt ze voor het nieuwe Nederlandse modemerk Sophie 1234567+. In juni presenteert ze opnieuw haar afstudeercollectie tijdens de Arnhemse Mode Biënnale, nu in combinatie met kleding van modeontwerpster Selina Parr. Roozens ambitie is werken voor eigenzinnige modeontwerpers. Wat ze zo aantrekkelijk vindt aan haar vak? “De mix van ambacht, techniek, inzicht en erg precies moeten werken. Waar ik goed in ben komt in mijn schoenen tot zijn recht.” Roozen ontdekte dit overigens nog maar drie jaar geleden, na een schoenenworkshop waar ze aan meedeed in het tweede jaar van de kunstacademie in Arnhem.  

Zo verging het ook haar oud-Arnhem klasgenoot Lieke de Koning (24). De Koning studeerde product design, wilde 3D producten ontwerpen, maar wist niet wat. Het kwartje viel na de workshop schoenenontwerpen. “Dat was het gewoon, daarin wilde ik goed worden.”

Net als Anna Korshun en Rosa Roozen heeft De Koning, die stage liep bij Hester Vlamings, het idee dat er op schoenengebied nog veel te leren valt. Haar plannen voor een eigen label – misschien een onderscheidende kinderschoenenlijn – liggen daarom voorlopig even stil. Na zes keer solliciteren naar een vaste ontwerpbaan, vond ze werk als ontwerpster bij Ferro Footwear in Waalwijk, een bedrijf dat in China gedeeltes van collecties produceert voor Wrangler, Le Coq Sportiv en Scapino.

Naast haar baan volgt ze de op de commercie gerichte opleiding Industrial Footwear.

Volgens Hester Vlamings is het slim om een opleiding te combineren met werkervaring opdoen in de industrie. Zo je breidt je netwerk uit zodat je als ontwerper laten makkelijker een eigen schoenenlabel kunt produceren. Ze is blij dat haar ex-stagiaire niet heeft gekozen voor een moeizaam bestaan als ambachtelijk schoenmaker. Net als ze vroeger zelf ervoer, valt daar nog steeds geen droog brood mee te verdienen. Het handjevol ontwerpers dat maatschoenen maakt overleeft volgens haar van subsidie of bijbaantjes.

“Ik heb er bij Lieke ontzettend achteraan gezeten dat ze werk ging zoeken”, zegt Vlamings. “Ik zei je gaat het me niet flikken dat je hier stage loopt en vervolgens achter de bar gaat staan en je talent verdoet en dan in een ateliertje schoenen gaat zitten maken”, zegt Vlamings boos. “Er is werk genoeg. Als industrieel schoenontwerper kun je prima je geld verdienen en daarnaast een eigen collectie maken. De tijd dat Nederlandse schoenbedrijven voor één dag een dure Italiaan voor 1500 gulden naar Nederland haalden om adviezen te geven is voorbij.

“Klopt”, beaamt Lieke de Koning die na zes keer solliciteren haar huidige baan vond en veel vacatures zag.”Wil je werken dan lukt het.”

EERDER GEPUBLICEERD IN HET PAROOL

 

Gerelateerde Artikelen:


Reageren is niet (meer) mogelijk.