Top menu

Explosies van schoonheid

Haute Couture. Het roept een beeld op van prijzige luxe. Dat is ook wat de couture tentoonstelling
Voici Paris! in het Gemeentemuseum Den Haag uitstraalt. Is couture anno 2010
alleen nog voor de allerrijksten? En wat is couture precies?

 Twee keer per jaar, in januari en juli, worden in Parijs ‘s werelds duurste jurken
getoond. Haute couture. Die shows zijn hoogtepunten van creativiteit waarin
ontwerpers hun fantasie bijna zonder praktische beperkingen laten gaan. Alles
mag en alles kan. Je ziet extreme vormen en silhouetten een ongeëvenaarde
rijkdom aan details, kostbare stoffen en exquis borduurwerk.

Het is een wonder dat zulke kostbare explosies van schoonheid in deze tijden van
crisis en recessie nog bestaan. In Deluxe,
How Luxury lost its Luster
, schrijft Dana Thomas dat in de jaren vijftig
wereldwijd meer dan 200.000
vrouwen couture
dragen. Het aantal dat tegenwoordig structureel een
grote som geld overheeft voor de prijzige luxe is slechts een fractie hiervan. Ik schat dat er
wereldwijd nog een paar honderd klanten zijn. De traditionele coutureklant die
haar hele garderobe op maat liet maken bestaat niet meer sinds de opkomst van
de betaalbare prêt-à-porter in de jaren zestig,” zegt Madelief Hohé,
samensteller van de couture-expositie Voici
Paris! Haute Couture
in het Haags Gemeentemuseum.

Chanel couture

 

Meteen vanaf de opening was het dringen voor een vitrine met het oudste kledingstuk op de Haagse expositie, een
gestreepte beige robe uit 1879 van de eerste ‘officiële’ couturier Charles Frederick Worth (1825-1895). Andere publiekslievelingen zijn een zestal witte
Chanels, een serie oogverblindende Dior creaties en het zuurstokroze ensemble dat Audrey Hepburn droeg in de film Breakfast
at Tiffany’s
(1961) en de met kristallen bezaaide droomtrouwjurk die
voetbalvrouw en tv-personality Silvie van der Vaart leende aan het museum.

Madelief Hohé begrijpt wel waarom
couture juist nu zoveel belangstelling trekt. “Goedkoop gemaakte mode is al een
poos overal, daarom is er behoefte en belangstelling voor kwaliteit. En wie
weet hoe lang we nog van al die arbeidsintensieve japonnen van Chanel en Dior
kunnen genieten?” Inderdaad. Door het tanende klantenbestand hebben veel
couturehuizen hun deuren al moeten sluiten. In 1946 stonden er nog honderdzes
couturiers geregistreerd bij de
Franse Chambre Syndicale de la Haute Couture (een federatie die in 1868
in Parijs werd opgericht als belangenvereniging voor couturiers) anno 2010 zijn
het er nog slechts elf.

 

Wat maken al die
schitterende
ontwerpen die in Den Haag worden geëxposeerd eigenlijk tot Haute
Couture?
Regels hieromtrent zijn streng. Begin jaren veertig werd vastgelegd dat
een
officieel couturehuis in Parijs gevestigd moet zijn en ten minste
twintig
medewerkers in dienst moet hebben, tweemaal per jaar een show moet geven
die bestaat
uit minimaal 75 modellen – in 1993 is dit aantal verlaagd tot tussen de
25 tot
50 modellen. Voor de uitvoering van de ontwerpen gelden ook regels: een
klant
moet minstens drie keer passen en alle kleding moet maatwerk zijn.

Volgens de regels van de
Chambre Syndicale de la Haute Couture
tellen
Nederlandse couturiers dus niet mee.
Ontwerper/couturier
Claes Iversen (1977) is niet volledig op de hoogte van de Franse regels.
“Ik
weet van het handwerk en het doorpassen – bij mij passen klanten soms
wel vijf
keer.” Hij heeft een eigen definitie van couture:
“Voor mij is
couture als er vanaf het begin tot het eind veel aandacht aan het
ontwerp wordt
besteed. Ik maak couture om mijn collecties te verrijken, of om een idee
te
ondersteunen. ”

Iversen,
een van Nederlands grootste modetalenten, noemt zich trouwens liever
geen
couturier.” Het klinkt in Nederland nogal oubollig en je wordt al snel
in een
bepaalde hoek geduwd. Ik noem geen namen, maar de meeste Nederlandse
‘couturiers’ maken geen couture, het is machinaal gemaakt, geen
handwerk. Ik
probeer wel iets te maken wat weg heeft van couture, maar uiteindelijk
is dat
het niet, hè?”

De
plek die couture inneemt in het Nederlandse modelandschap is marginaal.
Na
Viktor & Rolf, die begin jaren negentig erin slaagden met hun
conceptuele
coutureshows de aandacht van de wereldpers te vangen, is het niemand
gelukt om
internationaal naam te maken. Gevestigde namen in Nederland zijn Frans
Molenaar, Mart Visser, Monique Collignon en Paul Schulten. Twee keer per
jaar
showen ze in Amsterdam. Jongere couturiers
– Jan Taminiau, Claes Iversen, Said Mahrouf – showen alleen als
er
genoeg sponsor- of subsidiegeld binnenkomt. Iversen: “Tot nu toe heb ik
geluk
gehad, het kwam telkens goed.” De Marokkaanse Amsterdammer Said Mahrouf
(1973)
hoopt zich in juli in de kijker te spelen tijdens de Amsterdam
International
Fashion Week. Mahrouf woont afwisselend in Amsterdam, waar hij ontwerpt,
en
Casablanca waar hij zijn ontwerpen maakt. Hij studeerde in 1999 af aan
de
Rietveld Academie en gaf zeven jaar lang modeperformances in musea over
de
relatie tussen het lichaam en de ruimte. “Telkens kwam de vraag of ik
van de
kostuums een draagbare vertaalslag wilde maken. Dat bracht mij op het
idee.”
Belangstellenden komen in eerste instantie af op zijn vrouwelijk
minimalistische handschrift. Mahroufs groeiende klantenkring is
gevarieerd.
Zijn Nederlandse klanten zijn vaak vrouwen die werken in de
cultuursector. In
Marokko kleedt hij veel ‘nieuw geld’. “Dames waarvoor mode heel
belangrijk is.”

Met
al zijn klanten raakt hij bevriend. “Ik maak iets op het lichaam, dat is
intiem
en creëert een band.” Alle klanten geven Mahrouf carte blance. “Als het
om een
heel duur stuk gaat, vraag ik wel altijd netjes of de kleur en materiaal
die ik
in gedachte heb bevallen.” En ja, gaat een voorstel er echt niet in bij
een
klant, dan doet hij concessies: “ De klant is toch koningin…”

Een
lange jurk van Mafroef begint bij drieduizend euro. Claes Iversen
hanteert
vijfentwintighonderd euro als richtlijn voor een avondjurk. Afhankelijk
van
bewerkingen, stofkeuze en aantal doorpassen kan dit bedrag de
vijfduizend euro
gemakkelijk overschrijden. Bij de éminence grise van de Nederlandse
couture,
Frans Molenaar, kost een mantelpak drieënveertighonderd euro.

De
Hollandse bedragen zijn maar een fractie van wat hun Franse collega’s
vragen.
Het blauw zijden Dior ensemble dat het Gemeentemuseum aankocht in het
kader van
Voici Paris! Haute Couture kostte
rond de vijftigduizend euro. De koop werd deels mogelijk gemaakt door
een bijdrage
van de Mondriaan Stichting van € 22.275. Omdat het een showmodel in
maatje 34
betrof viel de prijs nog mee volgens Madelief Hohé. “Een klant die het
zelfde
ontwerp op maat zou laten maken, moet tienduizenden euro’s meer betalen.
Couturejurken van over de ton zijn geen uitzondering.”

Het
enorme prijsverschil zit hem volgens Mahrouf in de branding.
“ Chanel en Dior hebben aanzien dankzij hun lange
geschiedenis, en die status neemt alleen maar toe. In Nederland bestaat
dat
niet, er is hier zelfs nog nooit een oud couturelabel overgenomen of
overgedragen aan een ander zodat het bleef bestaan.”

In Den Haag is ook een zaal
gewijd
aan trouwjurken. Voor couturiers is bruidsmode een welkome inkomstenbron
en
traditiegetrouw is de trouwjurk de kers op de taart tijdens iedere haute
coutureshow. Said
Mahrouf:  “Een
bruiloft is uniek moment, dus wil de vrouw schitteren, het prijskaartje
is dan
geen issue.”

Claes
Iversen wordt bedolven onder de trouwjurkverzoeken. Echter, het
merendeel van
de aanstaande bruidjes haakt af bij het horen van de prijs. “Ze snappen
niet
waarom maatwerk zo duur is.” Iversen is er totaal niet rouwig om.
“Trouwjurkklanten
zijn meestal veeleisend (lacht). Ze
weten precies hoe hun jurk er moet uitzien. Ik houd me altijd vast aan
de
gedachte dat ik het helemaal eens moet zijn met het ontwerp: mijn naam
staat in
de jurk! Soms is het een moeilijke puzzel, dan moet ik een klant ervan
overtuigen dat haar idee niet goed is. Ook een droomwens kan heel lelijk
zijn.”

VOICI
PARIS!HAUTE COUTURE. T/m 6 juni 2010. Gemeentemuseum Den Haag.
Stadhouderslaan
41. 070-3881111. www.gemeentemuseum.nl
Geopend dinsdag t/m zondag 11-17 uur.

EERDER GEPUBLICEERD IN HET FINANCIEELE DAGBLAD

Gerelateerde Artikelen:


Reageren is niet (meer) mogelijk.