Top menu

Louise Wilson: “Dutch design is een beetje vreemd met wat decoratie”

Professor Louise Wilson (OBE) is hoofd van de MA Fashion op Central Saint Martins College of Art and Design. Wilson ziet jaarlijks, vanaf april, ruim zeshonderdvijftig portfolio’s. Uiteindelijk beginnen vijfenveertig studenten aan een modemaster. De helft van de afgestudeerden vindt na een studie van anderhalf jaar meteen een baan.

Louise Wilson over Lichting 2010, het Britse onderwijs,  en waarom ze modewedstrijden haat.

Wat viel u op in Lichting 2010?

‘Wat ik hier zag verschilt niet van wat ik elders heb gezien. En dat zou wel moeten!De wereld mag dan wel geglobaliseerd zijn, maar als kunstonderwijs het verschil niet meer maakt dan worden we verneukt. Onderwijs staat aan het begin van alles, niet alleen in de kunst. Het is heel gevaarlijk om dat fundamentele, dat anders zijn en het radicale te verliezen! Want als een student zich aanpast en laat zien wat we al begrijpen, dan is dat helemaal fout. Jezus, laat ons alsjeblieft zien wat we nog niet kennen! Ik vond Lichting ongelofelijk professioneel, de academies ongelofelijk ondersteunend, met hoofddocenten die elkaar ontmoeten en prettig met elkaar omgaan. Ik had nooit eerder Nederlandse hoofddocenten ontmoet.’

U wond zich achteraf nogal op over enkele dingen die voorbij kwamen op de catwalk van Lichting.

‘Ik zag veel positieve dingen. Waar ik van schrok was dat kleding slecht was gemaakt, de vreselijke schoenen en in elke collectie zat een “moeilijke” outfit die de rest neerhaalde. Een collectie was goed, tot telkens die ene outfit je op het verkeerde been zette. Waarom? Waarom zei niemand, sorry mate, maar haal dat eruit? Maar ik zie het overal, het is niet typisch Nederlands. De collectie van winnares Marije de Haan oogde Dutch – wat ik me daar bij voorstel is iets dat een beetje vreemd is, met wat decoratie.’

Er melden zich regelmatig Nederlandse studenten aan bij u, heeft u een indruk van het Nederlandse onderwijs gekregen?

‘Met Nederlanders kun je een discussie aan gaan, maar in het algemeen zie ik bij alle bachelorstudenten een gebrek aan vaardigheden. Het is een generatieding en gaat terug naar begin jaren tachtig toen ik mode studeerde en ik omdat ik geen geld had mijn eigen kleding maakte. Nu is kleding vreselijk goedkoop en maken studenten geen kleding meer voor zichzelf; dus ze beheersen geen basistechnieken. Patroontekenen onderwijzen is erg kostbaar en totaal niet glamoureus. Tot zo’n vijftien jaar terug zag ik dat studenten, uit welk land dan ook, technisch onderlegd waren. Dit is echt een énorme, énorme verandering en nogmaals een generatieding.Voor studenten draait tegenwoordig alles om de verpakking, alles is geproduceerd omdat studenten alles 2D willen zien. Ze doen allemaal fotoshoots en ze doen dat niet zelf, maar zetten experts aan het werk.’

Waarom accepteerde u de uitnodiging om naar Amsterdam te komen?

“Omdat ik Nederland een prettig land vind. Als ik ergens nog iets educatiefs zou gaan doen, dan zou dat hier of in Antwerpen zijn. Holland, vanwege de kunst, het relaxte en introspectieve. Jullie leven niet in een vacuüm. Over het Nederlandse, en alle onderwijs buiten Saint Martins, weet ik eerlijk gezegd wegens tijdgebrek niets.En als mijn collega Wojciech Dziedzic, die ook les geeft op de Rietveld, niet had aangedrongen, was ik niet gekomen omdat ik gedesillusioneerd ben door wat studenten wereldwijd doen. Ook daarom wilde ik komen en zien wat hier gebeurt.Het is sowieso goed om eens buiten de muren van Saint Martins te kijken. En me afvragen of we nog goed en waardevol zijn?’

En?

“Gelukkig kan ik naar huis gaan en lekker denken: ja!”

Is er sprake van enige trots op wat u met uw jaren van toewijding voor elkaar heeft
gekregen?

‘Het woord trots zul je mij nooit horen uitspreken. Uiteindelijk hebben de studenten het werk gedaan. Op hen ben ik niet trots. Ik bezit ze niet, het zijn mijn kinderen niet. Het is eerder tegenovergesteld; het merendeel van het Saint Martins personeel is níet trots. We denken dat we falen! We vinden het een nachtmerrie, denken dat we het niet waarmaken omdat we altijd aan onszelf twijfelen. Als ik één verschil zou moeten noemen dat me opviel tijdens mijn erg korte bezoek aan Nederland, dan is dat de trots van de academies. Interpreteer dit hoe je wilt. Hoofdzakelijk zullen ze denken dat ze het geweldig doen, maar ik kan me niet voorstellen dat mensen in het Britse onderwijs ooit zo tevreden met zichzelf zouden zijn. Wij denken altijd dat we falen, deels vanwege ons Britse karakter, maar ook omdat dit ons scherp houdt.’

 

 

U heeft u halve leven gewijd
aan onderwijs, hoe staat het er nu voor volgens u?

‘Ik denk dat onderwijs ruimte moet bieden en talent moet voeden en laten groeien. In Groot-Brittannië wordt het onderwijs – hoe het in Nederlands gaat weet ik niet – beoordeeld op resultaat. Niet alleen op of afgestudeerden een baan krijgen, maar ook op welke opleiding het meeste geld heeft gekregen om een leuke brochure te maken. Het feit alleen al dat een academie een leuke brochure maakt! Ga naar internationale shows, dan ligt er ook geen glossy brochure op de stoel. Geld verdraait de waarheid. De werkethiek is veranderd, de reden om mode te studeren is anders. Ik kan me niet herinneren dat toen ik studeerde roem een rol speelde. Of de wens om het te maken.
Destijds leefde het nederige idee van lange leertijden en was er sprake van ontzag.Maar het hele systeem richt zich nu op dat gedoe met celebrity.’

Nadat u zelf afstudeerde werkte u in de mode-industrie. Is
die ervaring belangrijk voor een docent?

‘Ja. En vrienden hebben die in de industrie werken en die je op
de hoogte houden en je er op wijzen dat geen student kan tekenen. Dat
klopt. Als ik zeg tekenen, dan bedoel ik niet illustreren, maar het op
papier zetten van een idee. Kunnen ze niet. Ze kunnen mouleren, collages
maken en computeren. Nou, die dingen gebeuren in geen enkele high-level
studio.’

Als u onderwijst, waar ligt dan uw focus op? Of welke richting wilt u in inslaan?

‘Ja,
welke kant gaan we op? Mensen vragen wel eens of je creativiteit kunt
onderwijzen. Wij proberen om smaak te onderwijzen, goed of slecht, dat
maakt mij niet uit. Het is handig om over smaak te beschikken. Ja, ik
denk dat je smaak kunt onderwijzen. Je kunt duidelijk maken waarom een
pen met een roze maraboeveer niet zo’n geweldig ontwerp is. Op zijn
minst kun je studenten laten nadenken over: ‘heeft Louise gelijk of
niet’? Maar ik heb maar achttien maanden om iemand klaar te
stomen,
daarom ben ik ook dik. Ik ben een masochist. Ik zou net zo goed aan de
heroïne kunnen zijn, het is so fucking shocking wat ik moet doen. Sorry,
maar dat is het! Ik moet elk jaar ruim veertig collecties begeleiden.’

Heeft u advies aan de Nederlandse academies omtrent instelling en eventueel lesstof?

‘Het is wezenlijk belangrijk is om in een klein land als Nederland een waterdicht onderwijssysteem te krijgen. Want daar gaat in gesneden worden en het onderwijs moet in veiligheid worden gebracht. Ik vind dat iedereen hier zijn territorium moet afbakenen. Het is van vitaal belang om technische mensen te hebben. Patroontekenaars vormen de ruggengraat van de industrie maar het is nu een vies woord omdat iedereen zo nodig ontwerper moet zijn. Een modeopleiding wil niet bekendstaan vanwege techniek, dat is niet trendy, en scholen kunnen dan geen glossy boekjes maken.’

Kijkt u uit naar de volgende modewedstrijd?

‘Ik ben nooit een fan van wedstrijden geweest. Studenten van Saint Martins doen volgens mij ook nooit ergens aan mee, behalve aan ITS in Italië. Maar weet je, we zouden altijd verliezen, toch? Omdat het eerlijk moet gaan. Je mag nooit de leider of de winnaar zijn, ben je dat eenmaal, dan krijg je gegarandeerd een oplazer.’

Video Lichting 2010 http://www.premsela.org/fashion-culture/lichting/

Gerelateerde Artikelen:


Een reactie op Louise Wilson: “Dutch design is een beetje vreemd met wat decoratie”

  1. Basvanwayenburg 24 augustus 2010 om 12:34 #

    Geweldig interview! ZO mee eens;