Drie totaal verschillende modeshows, modieuze paradijsvogels die nét voordat de show begint binnenkomen en dan eerst nog even uitgebreid op de catwalk poseren zodat iedereen ze opmerkt. Het is weer Amsterdam Fashion Week.
Gisteravond opende op het Westergasfabriekterrein de twintigste editie van de halfjaarlijkse modeweek die sinds 2004 plaatsvindt. Het evenement trekt, inclusief het publieksprogramma in de stad, tegen de 20.000 bezoekers. Wat tien jaar modeweek volgens programmadirecteur Wijnands heeft opgeleverd? “Veel persaandacht, en ook een enorm modenetwerk. Dat stelde tien jaar geleden echt niks voor In Amsterdam, er waren toen slechts zes shows.”
Actrice/schrijver Anna Drijver was er negen jaar geleden voor het eerst bij. Inmiddels zit ze frontrow, maar ze “begon” bovenaan op de tribune. Als een van haar showhoogtepunten uit die jaren noemt ze een presentatie van Jan Taminiau. “Opeens begreep ik mode. Jan toonde een totaalervaring, alle factoren klopten, de modellen, muziek, de jurken.” Dat kan mode dus doen.
Drijver gaat gekleed in een feestelijke jurk van Mattijs van Bergen, hij opende de avond met een ode aan Vincent van Gogh. Een wijde broek met zonnebloemprint, een soepel vallende rok met irissen, ruimzittende tops met amandelbloesems. Van Bergen verwerkte de wereldberoemde schilderijen – met toestemming van het Van Gogh Museum – tot een harmonieuze collectie.
Ontregelend was gisteravond het debuut van Maison the Faux (foto) met atypische, oudere modellen, een decor als een bloemenwinkel, een regen van glitter, en een live Ave Maria gemixt in technoversie. De ‘jonge wilden’ achter het label zijn Joris Suk en Hans Hutting, in 2013 afgestudeerd aan de ArtEZ hogeschool voor de kunsten Arnhem. Ze toonden afgeragde jeans maar ook een mooie, duidelijk arbeidsintensieve trui: trash versus schoonheid. Backstage klonk het opruiend: ‘Jullie zijn nog lang niet van ons af.”
Zo’n confrontatie met jong talent is typisch voor de Amsterdamse modeweek. Zoals Carlo Wijnands beaamt komt de aandacht voor jong talent deels voort uit een gebrek aan gevestigde Nederlandse modenamen. Zij hebben een podium als dit broodnodig en Wijnands hoopt dat sommigen dankzij Amsterdam kunnen doorstromen naar buitenlandse modeweken.
De afsluiter van de openingsavond, Aziz Bekkaoui, brak na zijn afstuderen aan Artez Arnhem in 1996 internationaal door met het winnen van een belangrijke Franse modeprijs, vervolgens showde hij jarenlang in Parijs en maakte daarna in Nederland naam in het culturele circuit. Afgelopen zomer showde hij in Singapore, gisteren na lange tijd weer in Amsterdam. Bekkaoui’s modellen, hij noemt ze fashionwarriors, zijn stoer gestylde jongens en meiden op zware boots met hier en daar dreigende kettingen. Kijk door de heftige styling heen, en je ziet een draagbare mix van streetwear en klassiek. Korte geruite bomberjacks, traditionele stukken zoals geklede klassieke wollen jassen en gypsy-achtige strokenrokken. Door een onverwachte ‘oorlogsdans’ van elf modellen op de catwalk, groeide de energieke show uit tot een indringende belevenis.
Vandaag in Het Parool
Reageren is niet (meer) mogelijk.