Top menu

Marc Ascoli: “Ik haat amateurisme”

Marc Ascoli (1955, Tunesië) is in de modewereld een van de meest gerenommeerde artdirectors. Vanaf de jaren tachtig ontwikkelt hij imago’s voor belangrijke modemerken zoals Yohji Yamamoto, Jil Sander, Chloé, Hugo Boss, Calvin Klein en Versace. In zijn eeuwige zoektocht naar talentvolle fotografen ontdekt en lanceert Ascoli de carrières van Nick Knight, Max Vadukul, Craig McDean en Peter Lindbergh. Legendarisch zijn de advertentiecampagnes die Ascoli vanaf 1984 bedenkt voor Yohji Yamamoto en zijn publicitaire uitingen voor Jil Sander.De afgelopen jaren werkt Ascoli vanuit Parijs veel voor zijn partner, modeontwerpster Martine Sitbon met wie hij het label Rue du Mail opzet.

Yohji Yamamoto, najaar 1987. Art-director Marc Ascoli, foto: Nick Knight

Marc Ascoli houdt van film. Visconti, Pasolini, Hitchcock, ze helpen hem als twintiger de kwaliteit van schoonheid te begrijpen. Mode en film ziet hij als verwante kunstvormen. “Films voeden mij, op gebied van kostuums, licht en de wijze van hoe mensen bewegen.”

In zijn ruim vijfentwintigjarige loopbaan werkt Marc Ascoli samen met de groten: van fotograaf Steven Meisel, Mario Testino, Mert Alas en Marcus Piggot. Hij zet ze in voor het vormgeven van advertentiecampagnes, modeshows en lookbooks. Terwijl veel van deze creatieven tegenwoordig minimodefilms maken, heeft Marc Ascoli zich nog niet aan deze discipline gewaagd. Hij heeft daar een goede reden voor. “Want je concurreert met film. Haha. Snap je? Het moet érg goed gebeuren. De maker moet écht wat te vertellen hebben.” Nee, slechte voorbeelden wil Ascoli niet gegeven, maar wat hij tot nu toe heeft gezien vindt de Fransman niet bepaald ‘extraordinaire’.

De afgelopen jaren heeft de modefilm zich tot een serieus genre ontwikkeld. Er zijn zelfs verschillende categorieën te herkennen. Er is de categorie modespeelfilms, met als aanjager The Devil wears Prada uit 2006. Deze films spelen zich af in de modewereld of mode speelt er een prominente rol in, zoals in Sex and the City. Meer dan vermakelijk zijn ze niet. Een groeiend en interessanter fenomeen zijn documentaires over modehuizen of ontwerpers, zoals Valentino, The Last Emperor (2008, Matt Tyrnauer), een serieuze maar ook hilarische documentaire over de laatste maanden van de Italiaanse couturier als leider van zijn modehuis. “I love that!”, jubelt Ascoli. “Geweldig, het is een parodie op het leven van een modekoning.” Signé Chanel (Loïc Prigent,  2008) vindt hij ook goed.

Valentino en Signé Chanel zijn voor Ascoli de echte behind-the-scene-movies, de korte filmpjes die tegenwoordig veelvuldig op internet verschijnen en waarin modemerken laten zien hoe het er achter de schermen aan toe gaat bij een catwalkshow of fotoshoot. Volgens Ascoli voegen ze anders dan de twee documentaires niets toe aan een merk. Evenmin als de mini-internetfilms van luxe modelabels als Dior, Prada en Chanel die hiervoor beroemde regisseurs inhuren. “Ja waarom zouden ze het niet doen? Maar mij stellen ze altijd teleur: Martin Scorsese voor Chanel, David Lynch voor Dior – het resultaat was van allebei werkelijk erg teleurstellend. Het is nu erg blingbling om een bekende naam in te huren. Maar weet je, ik droom van een reflectie van David Lynch op het werk van Comme des Garçons, of de combinatie van Scorsese en Prada. Of nee, dat wordt misschien wel heel vreemd; beter is Gus van Sant met Raf Simons. Ik geloof dat als er tijd voor wordt uitgetrokken, en de mode serieus wordt genomen – wat ze zo te zien aan de films nu niet doen – dan kan het. “

Marketingtechnisch vindt Ascoli minimodefilms wel erg slim, mits ze gemaakt worden door mensen met een duidelijke visie, zoals bijvoorbeeld fotograaf David Sims. “Het gaat dan niet om de film, maar over mode. Het is toch fantastisch om een lichaam op muziek te zien bewegen in kleding. Al die elementen spreken tot verbeelding.”

De reden dat modemerken massaal modefilmpjes laten maken is volgens Ascoli dat ze deel willen uitmaken van een ontwikkeling en om mensen aan te trekken. “Dat is toch het doel van communicatie: hou van ons, hou van ons, wij zijn zó speciaal, wij weten hoe het moet, hou van ons.”

Marc Ascoli is afgestudeerd als communicatiewetenschapper. Na zijn studie runt hij kort een pr-bureau. Begin jaren tachtig – ‘wat een geweldige bruisende tijd’ – wordt zijn aandacht getrokken door jonge Britse fotografen en legt hij zich toe op het ontdekken van talent. “Ik houd van talent. Als ik werk zie van mensen, en met ze praat, dan zie ik ook hoe ze zich zouden kunnen ontwikkelen.”

Ascoli’s beroep heeft altijd verder gereikt dan talent scouten en artdirection. Doel is dingen zien ontstaan en opbouwen, een visie ontwikkelen. “Het is een kwestie van het beste in mensen naar boven halen. Het gaat er niet om een modemerk fashionable te maken. Mijn manier van werken komt eigenlijk niet meer voor”, verzucht de Fransman.

Wat volgt is een tirade tegen de door business gedreven mode-industrie waarin luxemerken denken voor scheppen geld iets goeds te kunnen krijgen door het inhuren van de duurste fotografen, stylisten en haar- en make-up mensen.

Ook verwerpelijk en schadelijk voor een imago van een merk: mensen die op het laatste moment zeggen laten we even een filmpje maken. Marc Ascoli haat amateurisme. “Ik houd niet van die low-budgethouding. Een productie mag wel goedkoop zijn, maar de casting moet kloppen, de meisjes moeten kunnen bewegen. Een model is geen actrice, en een fotograaf geen filmregisseur – zonder dat geen film.”

Ascoli ziet liever een goede advertentiecampagne dan een o zo hippe maar onoriginele minifilm die het imago, ofwel de identiteit van een merk, weinig goed doet. Belangrijk is volgens hem een merk op een sensitieve manier te promoten, iets wat volgens Ascoli tegenwoordig niet mee valt. “ De markt is in de war. Merken met geld willen alles, de beste fotograaf, het beste model, de beste winkels. Dat is geen garantie voor kwaliteit.”

Is hij te spreken over de ontwikkelingen op zijn werkterrein de laatste jaren? “Whooeh! Ik stierf bijna van ellende.” Ik wil niet nostalgisch klinken – maar we leven nu niet in een periode die opvalt door creativiteit. Bij de laatste grote campagne die ik deed was ik verbaasd over het middelmatige niveau, mensen zijn verveeld, werken zonder liefde, men wil fame. Middelmaat viert hoogtij.”

Er moet iets veranderen, dat is duidelijk. Het ‘gevoel’ met terugkomen.  En volgens Ascoli gaat dat gebeuren ook. Binnenkort hoopt hij als artdirector te gaan samenwerken met Showstudio.com, het zeer succesvolle digitale mode- en kunstplatform van Nick Knight en Alexander Fury. De modewereld kijkt er naar uit. En de filmwereld zou dat ook moeten doen.

Gerelateerde Artikelen:


, , , , , , , , , ,

Reageren is niet (meer) mogelijk.