Top menu

Monique van Heist: “Er is veel slechte kleding”

Broeken die blijven

In het voorjaar van 2009 presenteerde modeontwerper Monique van Heist haar project Hello Fashion in de uitgewoonde Amsterdamse homobar ‘Why Not’. Een show was er niet, wel een wisselende opstelling van tweeëntwintig kledingstukken, getoond door ‘gewone’ jongens en meisjes. In de duistere nachtclub leunde een jongen tegen de muur in een soepelvallend colbert met ruime pantalon met elastiek in de tailleband. Op een trap zat een meisje, zwart herenhoedje, dezelfde broek als de jongen maar dan in panterprint, gecombineerd met een oversized hemd, genaamd shirt no 5 (2008). Uit hetzelfde jaar toonde een meisje een gele, vijfpuntige sterjurk. Idee achter Hello Fashion: kleding die langer mee gaat dan één enkel modeseizoen.

Vier jaar geleden voelde Monique van Heist een soort van onvrede groeien. Sinds haar afstuderen aan het FIA (Fashion Institute Arnhem) had ze vier nieuwe collecties gepresenteerd. Vanaf 2004 elk half jaar één. Zo gaat het nu eenmaal in de mode. Maar na de vierde collectie kreeg Van Heist het gevoel dat ze door elk seizoen met iets nieuws te komen, weinig waardering toonde voor de kwaliteit van haar eerdere ontwerpen. Er moest iets gebeuren, ze moest een nieuwe, passende werkwijze vinden. Of desnoods stoppen met mode. De kwestie zette haar op scherp. Want diep in haar hart wilde ze helemaal niet stoppen. “Ik houd van mijn vak.”

Een andere invalshoek bedacht Van Heist (38) niet van de een op de andere dag. “Het was een proces. Ik herinner me dat ik het er vaak met stagiaires over had, ook had ik een ordner met knipsels, ingevingen en schetsen. Op die map had ik ‘Hello Fashion’ geschreven, dat leek me een goede werktitel.”

Van alle kanten onderzocht ze hoe ze met mode wilde omgaan. De uitkomst was uiteindelijk dat alles wat ze op de markt bracht, op de markt moest blijven. “Net als design”, zegt Van Heist.  “Daar blijven goede producten ook lange tijd leverbaar.”

 

Het uitgangspunt van Hello Fashion is een garderobe waaraan Monique van Heist regelmatig nieuwe ontwerpen toevoegt. Voor deze zomer zijn dat er acht, waaronder een trenchcoat en een short. Voor het ontwikkelen van elk kledingstuk neemt Van Heist de tijd. “Je kunt niet in één dag de perfect passende pantalon maken, al wekt de snelle modewereld wel die indruk door om de paar maanden er een collectie uit te knallen. Hup, door naar de volgende. Zo krijg je veel slechte kleding.”

Om te voorkomen dat winkeliers snel uitgekeken raken op de Hello Fashion collectie – de herhaalde ontwerpen worden door Van Heist ‘klassiekers’ genoemd – voert ze die elk seizoen uit in nieuwe materialen, kleuren en dessins.”Hierdoor heeft elke collectie een heel andere uitstraling. Winkels die de items eerder verkochten, zijn daardoor eerder geneigd ze weer in te kopen. Ze weten, daar hebben we klanten voor.”

Kritische reacties zijn er ook. “Laatst zei iemand ik ben die broek met dat lage kruis nu wel beu – ja dat kan”, lacht Van Heist. “Er komt heus wel een andere broek waar het kruis hoger zit.”Hoe bepaalt Van Heist wat ze moet toevoegen? “Ik vraag me telkens af wat er in de garderobe ontbreekt. Dit keer koos ik voor een nieuwe broek, een jas en een feestjurk die op verschillende manieren kan worden gedragen. En er komt  een fietstas, een luxe van leer.”

Vaste klant grafisch ontwerper Kim Seijmonsbergen (34) kijkt uit naar het moment waarop een mouwloze overall aan Hello Fashion wordt toegevoegd. De overall met lange mouwen heeft ze al, in twee uitvoeringen. Een winterse versie van zwaar katoen en de luchtige zomerse variant met print. Een jaar geleden ontdekte Seijmonsbergen Hello Fashion op internet, zowel de ontwerpen als presentatie maakten indruk. “Het ziet er niet alleen goed uit, het is ook een begrijpelijk en uniek verhaal.” Vervelen doen de overalls niet. “Ik zie het als totaal verschillende ontwerpen. Ik draag de zomerversie vrouwelijk met het riempje strak om de middel en met hakken, de winterversie losser in combinatie met een vestje en hoge sneakers.”

Als jonge tiener naaide Monique van Heist kleding voor haar moeder. Gewoon, omdat ze het zo leuk vond. De ambitie om de mode in te gaan kwam veel later. Op het VWO vond iedereen het “heel stóm” dat ze naar de kunstacademie wilde. “Het gangbare traject na het VWO was een studie aan de universiteit. Rechten of zo, maar daar snap ik geen zak van.” Van Heist ging naar de AKI academie in Enschede. Vooral tekenen boeide haar, mode spookte ergens in haar achterhoofd, want alles wat met mode te maken had vond Van Heist eigenlijk best eng. Vooral die afstandelijke, arrogante modemensen. “Ik had niet het idee dat ik daar tussen hoorde, of wilde horen. Ik wist wel dat ik ooit voor mezelf wilde beginnen.

Na haar afstuderen verhuisde ze naar Rotterdam met het plan om het daar helemaal te gaan maken. Maar hoe dan? Ze had geen idee, realiseerde ze zich toen ze er eenmaal woonde. “Ik was groen als gras.” Om toch ergens te beginnen ontwierp ze theaterkostuums, maakte foto’s en schreef begeleidende stukjes over mode en deed mee met enkele modewedstrijden waaronder de Robijn Fashion Award. Tot ze inzag dat als ze echt iets wilde bereiken ze meer moest doen  en aan haar masteropleiding aan het FIA begon.

Hello Fashion telt ondertussen drieënzeventig items, van bandplooibroek tot sieraden, maar ook beddengoed en een recept voor lekkere gehaktballen horen erbij. “Mode is verhalend, mode is privé, wat er in een kast hangt vertelt een verhaal, net als wat je eet. Het hele project Hello Fashion is meer dan kleding. Het is ook een wijze van leven en daar hoort voedsel bij. Hoe mooi kan het zijn als er straks een HF kookboek is?”

Haar tegendraadse houding tegenover het modesysteem brengt Van Heist ook commercieel succes. Als een van de weinige zelfstandige Nederlandse modeontwerpers zag ze haar aantal verkooppunten groeien tot twintig. Maar het moet nog succesvoller worden. Dat dit gaat lukken weet Van Heist zeker. “Er zijn veranderingen gaande in de denkwijze over mode, ik merk waardering voor iets wat zich traag ontwikkelt. Mensen hebben tijd nodig om aan het idee te wennen dat je kledingstukken meer tijd dan één seizoen moet gunnen. Nu gaat het er om het verhaal aan zo veel mogelijk mensen te vertellen.”

Eerder gepubliceerd in NRC HANDELSBLAD

Gerelateerde Artikelen:


, ,

Reageren is niet (meer) mogelijk.