Top menu

Waarom Azzedine Alaïa in Groningen – of all places – exposeert

Vandaag opent in het Groninger Museum Alaïa. Azzedine Alaïa in the 21st Century, een retrospectief van tien jaar Alaïa. Vandaag in Het Financieele Dagblad. Door Georgette Koning

‘Vrouwen begerenswaardig en opwindend kleden, daar houd ik van. Ik vind dat vrouwen een opstootje moeten veroorzaken, ze moeten gezien worden.’ In 1985 draagt Grace Jones een van de meest spannende jurken uit de modegeschiedenis: een jurk als tweede huid die aan de voorkant van taille tot knie sluit met een veter. Het sexy ontwerp is van de Frans -Tunesische modeontwerper Azzedine Alaïa (1940). In zijn lichaamsvolgende jurken hullen zich de lichamen van ’s werelds bekendste vrouwen: van first ladies Michelle Obama en Carla Bruni-Sarkozy tot supersterren als Madonna.

Grace Jones spraakmakende topstuk ontbreekt, dit ontwerp werd in 1997/1998 al geëxposeerd in het hoge noorden bij een overzicht van Alaïa’s werk uit de jaren tachtig en negentig. Met succes, die expositie trok 70.000 bezoekers. Mark Wilson was destijds curator en is ook nu de man achter het retrospectief. Hij legt uit waarom het nu hoog tijd is voor weer een Alaïa-expositie. “De laatste acht jaar was Alaïa’s productie bijzonder hoog, ook heeft hij sinds Groningen nergens anders meer solo geëxposeerd, aanvragen weigert hij categorisch.”

Dat Alaïa kiest voor Groningen, of all places, komt volgens Wilson door de band die beide mannen de afgelopen vijftien jaar opbouwden en door hoe hij als curator kijkt naar Alaïa’s werk. “Ik beschouw hem als beeldhouwer. Ik ben niet geïnteresseerd in mode, ik kies mensen die conceptueel werken, zoals Viktor & Rolf, Hussein Chalayan en Iris van Herpen. Bij zulke ontwerpers gaat het niet om mode, maar om vakmanschap.”

Combineerde Marc Wilson in 1997 Alaïa’s ontwerpen met schilderijen van Julian Schnabel, Jean-Michel Basquiat en Anselm Kiefer, op de huidige tentoonstelling zijn acht zalen ingedeeld op materiaal: fluweel, wol, wit katoen, bont, soepel chiffon, dierenprints en dierenhuiden. Wilson ligt zijn keus toe:“Toen ik in Parijs door Alaïa’s archief ging, dacht ik dat het voor de museumbezoekers weleens moeilijk zou kunnen zijn om zijn werk begrijpen. Alaïa werkt namelijk nooit vanuit een thema. Zijn vertrekpunt is altijd het materiaal, hij vindt dat telkens opnieuw uit, Alaïa is een perfectionist.”

Hoe perfectionistisch, dat ondervond Wilson toen hij de afgelopen maanden in Parijs kleding selecteerde voor de tentoonstelling. Steeds wanneer hij weer in Parijs kwam, was de door hem uitgekozen kleding verdwenen. “Azzedine, is altijd bezig met verbeteren, in dit geval opdat zijn ontwerpen perfect zitten op de mannequinpoppen waarop de kleding in Groningen wordt geëxposeerd.”

In Groningen zijn maar liefst twee zalen gewijd aan lichaamsvolgend breigoed. Alaïa’s bijnamen zijn dan de King of Cling en Master of knitwear. Hij mag zo dan wel bekend staan bij de mode-incrowd, bij een groot publiek is Alaïa zeer zeker niet zo’n klinkende naam als Prada, Chanel, Dior; luxelabels die zich aan de lopende band in de kijker spelen met nieuwe parfums of accessoires. Azzedine Alaïa heeft zich jarenlang afzijdig gehouden van marketingstrategieën. “Hij showt alleen als hij klaar is, en niet omdat de Parijse showkalender dat bepaalt”, zegt Wilson.

Constant in de belangstelling staat Alaïa dus niet, maar echt weg is hij nooit geweest, benadrukt Mark Wilson. Sterker nog: “Hij is de afgelopen jaren zelfs iets meer bereid mee te doen aan het modesysteem.” Wilson doelt op de samenwerking die Alaïa in 2000 aangaat met de Prada Group.

 

De Italianen kopen de rechten op zijn naam en helpen hem onder meer met het op poten zetten van een lederwarenproductie. Het geeft het label Azedine Alaïa een fikse boost. In 2007 heeft Alaïa voldoende verdiend om zijn naam terug te kunnen kopen van Prada. Later in het zelfde jaar neemt de luxegoederengroep Richemont Group (Cartier, Van Cleef) een aandeel in zijn modehuis zodat het verder kan groeien. Er is namelijk veel vraag naar Alaïa’s discrete luxe die beschaafd afsteekt bij de dominante logo’s van Louis Vuitton en de gladde chic van Gucci.

 Alaïa’s kenmerkende, brede taille ceintuur kost zo 1500 euro, schoenen (meestal beslagen met metalen studs) zijn gemiddeld 1200 euro, tassen (vaak met laser geperforeerd) lopen op tot 5000 euro. Statussymbool is een typisch Alaïa-jurkje met aansluitend lijfje waarvan de rok uitwaaiert vanaf de heup tot kniehoogte, afhankelijk van de stof, kost het tegen de 3000 euro.

Op het gebied van kwaliteit, elegantie, tijdloosheid en stijlvastheid kan het label zich meten met Hermès en Chanel.

Alaïa’s ontwerpstijl is de afgelopen decennia nauwelijks veranderd, constateert ook Mark Wilson. Onlangs zag hij video’s van Alaïa’s eerste shows vanaf 1984. “Er is geen sprake van schokkende ontwikkelingen. Het gaat om subtiliteiten. Alaïa komt telkens terug op hetzelfde, ontwikkelt techniek en tilt dat naar een hoger niveau.”

Alaïa’s ideale vrouw is vrouwelijk en glamoureus. Zo zag hij ze voor het eerst als kind in oude Hollywoodfilms, zoals de musical The Great Ziegfeld uit 1936, met glamourkostuums van zijn favoriete ontwerper Adrian.

Azzedine Alaïa is 71 jaar geleden geboren in Tunesië, in Tunis. Daar studeert hij beeldhouwkunst aan de kunstacademie, in zijn vrije tijd maakt hij kleding. Zijn fascinatie voor Parijs en mode brengt hem in 1957 naar de Lichtstad. Het is de tijd dat de jonge Yves Saint Laurent en Karl Lagerfeld daar hun eerste collecties ontwerpen. Een kennis bezorgt hem een baan bij Christian Dior. Alaïa, werkt er slechts vijf dagen omdat hij als Tunesiër geen werkvergunning krijgt.

Zijn weldoenster begin jaren zestig is gravin Nicole de Blégiers, bij wie hij vijf jaar inwoont en die hem beschermt tegen vreemdelinghaat door hem woonruimte te bieden en een plek waar hij zijn klanten kan ontvangen. Cruciaal voor zijn verdere loopbaan is ook Louise de Vilmorin, bekend dichteres, vriendin van schrijver en cultuurminister André Malraux. Zij lanceert Alaïa binnen de Parijse culturele elite. Hij kleedt de aristocratie, zoals de rijke bankiersvrouwen van de Rothschild-dynastie, maar ook de oude filmdiva Greta Garbo en de Franse actrice Arletty.

Na jarenlang anoniem maatwerk voor voornamelijk society dames, komt de doorbraak begin jaren tachtig. Ruim twintig jaar na zijn aankomst in Parijs presenteert Alaïa in 1981 zijn eerste prêt-à-portercollectie vol outfits van spannend zwart leer diepe uitsnedes. Hij lanceert de strakke jersey nauwsluitende body en comfortabele stretch leggings.

Welgevormde topmodellen in opkomst als Cindy Crawford, Elle McPherson (bijnaam: The body) en Alaïa’s ontdekking, de dan zestienjarige Naomi Campbell, fungeren met hun volmaakte figuren als wandelende visitekaartjes. In een interview ontkent de ontwerper dat zijn jurkjes alleen maar staan bij ranke modellen. Volgens hem zijn de stretchjurken met figuurcorrigerend effect en ‘ingebouwde’ bustiers juist geschikt voor de ‘ronde’ vrouw. “Ik ontwerp niet voor een seizoen, maar ik ontwerp voor het lichaam.”

Ludiek in 1991, is Alaïa’s samenwerking met de Franse prijzenknaller Tati. Beide voeren als handelskenmerk het roze/witte Brigitte Bardot-ruitje. Alaïa vergroot het patroon, en zet het op spotgoedkope Tati-tassen en kleding. Het is dus niet H&M die als eerste goedkope keten een topdesigners inschakelt.

In de jaren negentig verdwijnt Alaïa uit de modebladen. Na het door hem zo populair gemaakt strakke zandlopersilhouet volgt rechtvallende, lossere kleding. Echter, fans en inkopers blijven bestellen bij de kleine Tunesiër, die altijd gekleed gaat in een Chinees Mao-pak, en zoeken hem op in zijn gigantische studio/showroom op nummer vijf van de Parijse Rue de Moussy, waar inmiddels ook zijn winkel zit en waar hij woont en drie luxe gastenverblijven verhuurt.

Het label Azzedine Alaïa hangt wereldwijd in de allerbeste warenhuizen, waaronder het Amerikaanse Bergdorf Goodman, het Britse Harvey Nichols en in Parijs bij Le Bon Marché. In Nederland verkoopt Kiki Niesten in Maastricht het merk sinds 2006.

Eenenzeventig is Alaïa nu, en nog altijd een harde werker die ’s morgens rond tien uur begint en doorgaat tot twee uur ’s nachts. Veel werk verzet hij zelf: “Hij laat schetsen niet uitwerken door anderen, maar maakt zelf alle patronen, snijdt en drapeert stof,” zegt Mark Wilson die ook Alaïa’s talent voor overzicht en onafhankelijkheid respecteert. Het luxelabel Dior – naarstig op zoek naar een opvolger voor de in maart plotseling ontslagen John Galliano – benaderde Alaïa, die zonder nadenken de baan afsloeg.
Azzedine Alaïa in the 21st Century. Vanaf morgen tot zes mei 2012 in het Groninger Museum. www.groningermuseum.nl. Nieuw is de monografie ‘Azzedine Alaïa in de 21ste Century’, met een essay van  Annie Cohen-Solal en inleiding door Mark Wilson.  € 49,50. ISBN: 9789085866206

Gerelateerde Artikelen:


, , , , , ,

Reageren is niet (meer) mogelijk.