Nina Bogstedt is ‘head design’ van Filippa K. Een interview met de bevlogen Zweedse over duurzaamheid en het ontwerpen van ‘favorites’.
Vijftien jaar werkt Nina Bogstedt nu voor Filippa K. Volgend jaar viert het populaire Zweedse label het twintigjarige bestaan. Wat ze nog altijd opwindend vindt, is het spotten van mensen in Filippa K. Het overkomt Bogsted wereldwijd. “Dan realiseer ik me dat we meer zijn dan een Zweeds locaal merkje, Filippa K is een wereldmerk! Het raakt me telkens weer.”
In Nederland maakt het Zweedse merk ruim tien jaar geleden naam met modieuze, kwalitatief goede basics. De reden dat Filippa K volgens Nina Bogstedt hier zo goed aanslaat is dat onze smaak overeen komt met de Zweedse. “Jullie houden net als wij van ‘understated design’, niet van snelle flashy mode die slechts één seizoen mee gaat.’
Het brengt het gesprek als snel op een van de stokpaardjes van Filippa K: duurzaamheid. Een thema waar het label al jaren aan werkt. “Een van onze grootste bijdrages op dit vlak,” legt Bogstedt uit, “is dat we ontwerpen hebben die lang meegaan. We zijn tegen het kopen van dingen die kort gedragen worden, bijvoorbeeld omdat ze na een paar wasbeurten ‘verwassen’ zijn, of omdat iets niet meer modern is. Aan die twee punten werken we constant.”
Dat Filippa K werkelijk begaan is met duurzaamheid, bewijzen ze vier jaar geleden met een uniek idee. In Stockholm opende toen een winkel met uitsluitend tweedehands Filippa K. “Ja, daar zijn we erg trots op, het werkt, en dat bewijst dat onze kleding zijn waarde houdt.” Of het concept zou aanslaan in een stad als Amsterdam zou de ontwerpster moeten uitzoeken, maar ze denkt van wel. “De enige restrictie is dat er altijd een behoorlijke voorraad moet zijn”, vertelt de Zweedse die zelf – hoe kan het anders – haar kast vol heeft hangen met Filippa K’tjes. Dol op tweedehands kleding is ze trouwens altijd al geweest. Als tiener is ze blij met de oude jasjes van haar vader, die ze een nieuwe look geeft door simpelweg de mouwen op te rollen of, iets extremer, de mouwen er af te knippen. Dat was eind jaren tachtig, over een carrière in de mode dacht de Deense toen nog niet. Wel wist ze dat ze iets creatiefs wilde doen, bijvoorbeeld interieurs ontwerpen of architect worden. Dat het mode wordt komt door haar liefde van kleding en stof, en ook omdat mode een gebruiksartikel is in het dagelijks leven.
Nina Bogstedt studeert in Denemarken aan de Design School. Na verschillende modebaantjes solliciteert ze bij Filippa K. Een kennis tipt haar: “Dat is precies iets voor jou, je vindt het zeker een fijn merk.” Bogstedt reist van Denemarken naar Zweden en ontmoet daar Filippa Knutsson, de oprichtster van het bedrijf dat dan nog in de kinderschoenen staat. Alles, van het tekenen van patronen, het naaien van proefmodellen, de verkoop, tot en met de administratie, gebeurt in één kleine ruimte herinnert Bogstedt zich. Maar wat haar kennis al suggereerde klopt. Het merk bevalt, ze houdt van de cleane stijl. Bogstedt krijgt de functie van design-assistent. De collectie bestaat dan hoofdzakelijk uit jersey-ontwerpen en stretchjeans. De afgelopen jaren is label het flink uitgebreid met onder andere schoenen. “Sindsdien heb ik Filippa K alsmaar zien groeien en groeien, lacht Bogstedt. “Het was fantastisch om deel uit te maken van die reis.”
Het eind van die reis is nog niet in zicht, en dat brengt het gesprek weer op duurzaamheid. Een complexe materie die zich afspeelt op verschillende vlakken, vindt Bogstedt. Filippa K heeft daarom een specialist aangenomen, een noodzaak om alle ontwikkelingen te kunnen volgen.
Filippa K werkt dus fundamenteel aan duurzaamheid. Voor de jersey-lijn met basics probeert het merk zoveel mogelijk biologisch katoen te vinden. Filippa K weet precies in welke fabrieken hun kleding gemaakt wordt, en in elke collectie proberen ze meer duurzame materialen te verwerken. Een veel gebruikte stof is bijvoorbeeld het soepelvallende tencel. In de zomercollectie zit een nieuw soort polyester verwerkt. De zoektocht naar nieuw materiaal gaat onverdroten door.
Wat ontwerpen betreft is het doel het ontwerpen van ‘favorites’. “Dat is ons sterkste punt”, zegt Bogstedt. “We zorgen dat die altijd in de collectie zitten. Ja, het is inderdaad wel eens verleidelijk om iets ‘geks’ te doen, maar niks is bevredigender dan het ontwerpen van de perfecte broek, of een mooi gesneden zwarte blazer waarin iemand zich altijd goed gekleed voelt en die je ook enkele seizoenen kan dragen en waar je je garderobe mee kan updaten.”
Bogstedt blikt tevreden terug op haar loopbaan. Openhartig vertelt ze dat ze vertrouwen heeft in merk en dat dit heus niet vanzelfsprekend is. “Als je lang bezig bent zijn er altijd ups en downs. Sinds een jaar of drie heb ik het gevoel dat we echt op het goede spoor zitten. We kennen onze kracht. We hebben onze weg hervonden, weten wat zo bijzonder is aan Filippa K en waarom. Hetzelfde doen als anderen is niet goed.”
Volgend jaar bestaat Filippa K twintig jaar, dat dit gevierd wordt is zeker. Of er nieuwe lijnen komen? Daar wordt eigenlijk altijd wel over nagedacht, zegt de Zweedse raadselachtig. Ooit misschien. “We zijn blij met wat we doen, en dat willen we alsmaar beter doen.”
Eerder gepubliceerd in het Inspiration Magazine van de Bijenkorf.
Zie ook www.bijenkorf.nl
Reageren is niet (meer) mogelijk.