Top menu

Britse klasse

Petten van tweed, kamerjassen, wandelstokken, lamswollen truien, pyjama’s, sokken, sokophouders, gestreept Bretonse truien, manchetknopen, polo’s in alle kleuren, gestepte jassen, corduroy broeken, handschoenen, mutsen, hoeden. The English Hatter aan de Heiligeweg verkoopt een kakofonie aan producten.

“Als het ergens anders niet is, hebben wij het”, zegt verkoopleider Peter Kraan (45). En trend of niet, The English Hatter heeft altijd de gestreepte collegesjaal, de ribcord broek of de donkerblauwe lamswollen trui waar vele stijlvaste mannen al tientallen jaren bijna aan verslaafd lijken.

Van origine is The English Hatter gespecialiseerd in hoofdbedekking: van sportieve baseballpetjes, brutale schoffiepetten in jaren dertig stijl, speelse boaters van stro, opschepperige cowboyhoeden tot de plechtige, hoge zwarte cilinderhoed. “Maar dat verkoopt toch niet?”, hoort Peter Kraan regelmatig.  Hij zal het tijdens het gesprek een paar keer benadrukken: “We zijn geen museum maar een winkel die grossiert in producten die andere winkeliers laten liggen.” En elk jaar komen er klanten die dringend een hoge cilinderhoed nodig hebben.

Alles is te koop in de winkel van The English Hatter, op een paar items na, zoals de drie aangeklede beren die vanaf veilige hoogte op het winkelende publiek neerkijken. En ook een doedelzak en veel mooie, handbeschilderde hoedendozen uit de jaren dertig staan er voor de sfeer. “Als we willen, kunnen we die elke dag wel verkopen”, zegt Kraan.

De sfeermakers dateren uit de tijd dat de The English Hatter aan de Heiligeweg in 1935 werd opgericht door de Rotterdammer Abraham Jacob Cijfer (1876-sterfdatum onbekend), van oorsprong handelsagent, en makelaar in thee. Cijfer verkoopt de zaak in 1953 aan zijn zwager Gerard Reeser, vertelt Hanneke Garrels (60) die met haar man Casper Garrels (63) de huidige directie vormt. Schoonvader Casper Garrels senior, nu 92, kwam in 1939 in dienst bij The English Hatter, en krijgt na het plotselinge overlijden van zijn zwager in 1949 de leiding en wordt medevennoot van mevrouw Reeser, en eigenaar in 1975. Zoon Casper, dan werkzaam bij mantelfabrikant Berghaus, zit sinds 1978 in de zaak. “Als hij toch in een modebedrijf wil werken, waarom dan niet bij ons?”, redeneerde Garrels senior. Casper en Hanneke Garrels zijn sinds 1998 eigenaar.

 

Het familiebedrijf telt tegenwoordig vier filialen, waarvan twee in Amsterdam – aan de Heiligeweg en in de Beethovenstraat. In Amstelveen zit The Hatter sinds 1960 toen daar het winkelcentrum werd aangelegd. Dit voorjaar opende de vierde winkel in het Gooi in Laren. Overal is het aanbod hetzelfde. Al merkt Kraan dat in Laren de gele lamswollen trui met stip op één staat, gevolgd door de gekleurde pantalon. “We waren verbaasd dat het cliché kledingbeeld over het Gooi klopte”, lacht de verkoopleider. Met ‘we’ bedoelt Kraan de twintig personeelsleden die op de loonlijst staan, van studerende parttimers tot fulltimers die in leeftijd variëren van begin twintig tot achterin de zestig. De meesten raken verknocht aan de herenmodezaak en blijven er tientallen jaren werken, zoals Kraans collega Rob Halenbeek die afscheid nam na zesenveertig jaar. Hans, de broer van Peter Kraan, werkt bijna vierentwintig jaar in de zaak, en Hans zelf, in november een jaar langer. Voor die tijd verkocht hij groente en fruit bij een zaak in Amstelveen. Tot hij werd opgemerkt door Casper Garrels junior. “Of Kraan zin had om bij hem in de zaak te komen?” Kraan peinsde er niet over. Immers, hij wist hoelang bloemkolen en aardappelen moesten koken, maar van hoeden en petten had hij geen verstand. “Ik had een negatief beeld over een kledingzaak. Ik dacht, dan zit je de hele dag te wachten tot er een klant binnenkomt. Dat bleek absoluut niet te kloppen, we zijn altijd bezig.”

En hup daar vliegen weer zes paar sokken over de toonbank. Een Frans echtpaar omschrijft een paraplu, het zou een Nederlands ontwerp zijn. Dat is de Senz, weet Kraan meteen en pakt een exemplaar. Hij klapt de stormbestendige paraplu open, vertelt dat ze bestaan in drie maten en dat het minimodel toch nog wel eens wil sneuvelen, maar er zit twee jaar garantie op.

Producten ruilen – aanbieding of niet – mag altijd bij The English Hatter, ook het vermaken van een kledingstuk is gratis, geld terugkrijgen kan zelfs, vertelt Kraan nadat hij de Senz plu heeft afgerekend en verpakt in een groen/geel Schots geruit zakje. The English Hatter hecht aan service, dat is altijd al zo geweest, vertelt Hanneke Garrels. “Mensen moeten zich hier op hun gemakt voelen, een klacht moet altijd gehoord worden. Dat is beter dan klanten die niet tevreden zijn en niet terug komen. We gaan er serieus mee om.”

Bij sollicitanten let Peter Kraan en Hanneke Garrels eigenlijk maar op een ding: mensen die geïnteresseerd zijn in mensen. “Het vak, dat is te leren. De essentie van verkopen is interesse tonen – of het nou sokken, bloemen of aardappels zijn. Voor aandacht, gecombineerd met mooie producten komen mensen terug. We leven letterlijk van goede service.” Aan uitverkoop doet The English Hatter nooit, wel zijn er het hele jaar door aanbiedingen. Ook bijzonder: als enige herenzaak opent de winkel al om negen uur ’s ochtends, een tijdstip dat veel klanten bevalt.

Het kan niet zo gek niet zijn, of The Hatter heeft het. Kleine baleintjes van paarlemoer of sterling zilver die in een overhemdboord kunnen worden gestoken zodat de puntjes niet opkrullen, of kurkstrips voor aan de binnenkant van een hoed zodat deze een maatje kleiner wordt. Ontbreekt iets in het assortiment, dan gaan ze op zoek naar het artikel. Zo dijde door de decennia heen de winkel voor hoofdbedekkingen uit tot een speciaalzaak in herenmode. “Dan kwam er bijvoorbeeld iemand die een mooi tweed jasje wilde bij de pet van tweed die hij had gekocht.”

Toevallig stapt er net een klant in zo’n typisch Brits jasje binnen. De dertiger, type Jort Kelder, verlaat de zaak met een klassiek wit overhemd. Overigens zal de echte Kelder hier niet snel binnenstappen, immers die dandy is van de Italiaanse kleermakerskunst. The English Hatter, de naam zegt het al, is geschoeid op de anglofiele leest. “Dat is steeds verder gegroeid”, vertelt Hanneke Garrels. “Onze liefde voor Engeland en Schotland is zo groot dat het is uitgroeit tot een leefwijze. Daarom laten we de Britse visie op kleding – de echtheid –zien in onze zaak.”

 

Het is niet eenvoudig om de tot de nok toe gevulde English Hatter te verlaten met lege handen. “Wij zeggen altijd lucht verkoopt niet. Als je binnen komt moet een klant denken, wat gebeurt hier?”, zegt Kraan. “De producten moeten spreken, door de hoeveelheid, en ook per artikel. Neem bretels, daarvan is er niet één soort, maar hebben we er veel, in alle prijsklassen van twaalf tot honderdvijfentwintig euro. Of paraplu’s die beginnen bij vijfendertig euro en lopen op tot driehonderd voor een onverslijtbaar Brits handgemaakt exemplaar.

 

 

Het goedkoopste artikel in de speciaalzaak kost zeven euro vijftig. Het zijn manchetknopen als gevlochten bolletjes van zijde, “bachelor barrels”,  te koop in veel kleuren, die mensen dan vaak allemaal willen.

Het duurste artikel – dat dan ook niet de toonbank over vliegt – is een vilten Stetson cowboyhoed van dertienhonderd euro. “De mooiste die er gemaakt wordt.” Vervolgens doceert Kraan dat er drie soorten vilt zijn: wolvilt, haarvilt – vaak konijnenhaar – en het allerbeste is beverhaar. Stetson geeft de kwaliteit per hoed aan met sterren, hoe meer sterren, hoe luxer.” Kraan weet inmiddels dat er mensen zijn die de honderd sterren Stetson sparen. Maar ook mensen uit de theater-, reclame- en musicalwereld en hotelportiers die de karakteristieke zwarte, hoge cilinderhoed dragen, weten dat ze bij The English Hatter moeten zijn voor de beste hoeden.

Het aanbod aan traditionele hoofddeksels trekt de laatste jaren een heel nieuwe generatie van twintigers en begin dertigers die zin hebben in een hippe smalle randhoed of pet die ze achterste voren dragen. Het aanmeten van de juiste hoofdbedekking is een vak apart, vooral als het de eerste aanschaf is. “Ik zeg wel eens gekscherend als iemand voor het eerst een hoed of pet opzet, dan gebeurt er iets met hem of haar. Letterlijk: het geluid wordt anders, je denkt dat iedereen naar je kijkt, en dat is best wennen.” Goed advies is belangrijk. “Iemand die groot is en denkt dat een hoed met een klein randje het beste staat, heeft het mis. Dat staat eerder grappig, mooi is niet. Een hoed komt tot zijn recht in goede verhouding met de schouderlengte, postuur en de gezichtsvorm.”

“Als je die hoed opzet, loop ik niet meer naast je”, hoort Kraan soms vrouwen tegen hun man zeggen. “Maar ook de vrouw moet wennen aan het nieuwe beeld”, legt hij uit. “Je kunt het natuurlijk niet hardop zeggen, maar het liefst zou ik dan een man adviseren kom nog eens terug, maar laat uw vrouw dan thuis. Maar meestal zijn vrouwen juist heel pusherig hoor, en moedigen ze een man aan om iets te proberen.”

 

De oudste Hatter-klanten zijn ver in de negentig, ze komen onder begeleiding, of plaatsen telefonisch hun bestelling. “Dan sturen we het op, kleine moeite”, zegt Kraan. “We hebben de mazzel van een heel trouwe schare klanten, maar ook veel toeristen weten ons te vinden. Beduidend minder is de aanloop – vergeleken bij twintig jaar terug – van kantoormensen, banklieden en advocaten. “Vroeger liepen ze in de pauze langs – we hadden altijd wel iets geks in de etalage – maar de meeste kantoren zijn verdwenen naar de rand van de stad.”

Er is meer veranderd aan de Heiligeweg. Straatbepalende speciaalzaken zijn verdwenen. Waar nu modezaak Dept zit, huisde Rosenthal (mensen zoeken de porseleinzaak nog steeds), op de hoek zat Meddens met damesmode. Ook verdwenen, in 2008, de buren van The English Hatter, de destijds oudste drogist van Amsterdam Cléban. Zelf sloot The English Hatter vier jaar geleden een filiaal (sinds 1953) aan de overkant van de huidige winkel. “Ja”, verzucht Hanneke Garrels. “De Heiligeweg is natuurlijk een A-locatie, de Kalverstraat en de Leidsestraat zijn vlakbij. Dat verhoogt de huurprijs. De prijzen zijn de laatste jaren zo omhooggestuwd dat het voor een zelfstandige ondernemer niet meer is op te brengen.”

De reden dat The English Hatter op nummer 40 stand houdt komt volgens Garrels omdat ze er niet rijk van willen worden. “Dat klinkt heel kort door de bocht, maar dat is het wel. We steken veel kapitaal in de zaak om deze goed te laten lopen, en gelukkig draaien we niet met verlies. Het is moeilijker geworden, tot begin jaren negentig gaven mensen erg gemakkelijk geld uit. Hoeveel jasjes er in de kast hingen, dat maakte niet uit. Nu denken mensen eerst na of ze echt nog wel een jasje nodig hebben.”

Achter de toonbank heeft Hanneke Garrels nooit gestaan. Sinds de jaren tachtig, toen ze met haar man de zaak overnam, heeft ze haar handen vol aan de groothandel in onder andere lamswollen truien en aan haar drie kinderen, twee zonen en een dochter. De middelste zoon, die nog studeert, helpt soms in de winkel, iets wat zijn oudere broer en jongere zus ook hebben gedaan. Vooralsnog kozen ze niet voor de zaak. “We hebben ze nooit gedwongen in de zaak te werken.” Stille hoop dat dit ooit wel gebeurt, koestert ze wel. “Je weet nooit, we laten het gewoon open.”

Wat de toekomst betreft is Garrels stellig. Zij en haar man gaan door, zolang mogelijk. “Mijn man en ik zijn emotioneel gebonden aan de zaak, vinden het beiden erg leuk. En als ondernemer ben je niet gedwongen om met je vijfenzestigste met pensioen te gaan, dus…”

Ook Peter Kraan heeft het na vijfentwintig jaar tussen de hoeden en petten nog altijd meer dan prima naar zijn zin. “Het is hier eerder dag feest zeg ik weleens.”

 

(kader)

Hoe bereid The English Hatter zich voor op de winter?

 

De speciaalzaak gokt elk jaar op barre wintermaanden. “We investeren altijd in een strenge winter”, zegt Peter Kraan. “Soms hebben we mazzel en wordt het echt koud. Moet je als winkel dan nog winterspullen bestellen, dan ben je te laat. Als andere winkels nee verkopen hebben wij nog genoeg mutsen, sjaals en dikke truien omdat we dus op voorhand investeren. In juli komen de eerste winterbestellingen binnen, in oktober is alles in huis. Sinds door de kredietcrisis veel fabrikanten er geen voorraad meer op nahouden, wordt veel speciaal gemaakt voor The English Hatter. De levertijd voor bijvoorbeeld handschoenen is een halfjaar.

Of het winterseizoen financieel gezien het beste? Ja, maar dat geldt voor de meeste modewinkels, mensen dragen dan meer kleding, dikke jassen en truien.”

Eerder gepubliceerd in Het Parool

Gerelateerde Artikelen:


Reageren is niet (meer) mogelijk.