[H]oek PC Hooftstraat, Hobbemastraat. De deuren van Profuomo staan uitnodigend open. Profuomo is een winkel waar de man alles van zijn gading vindt: zijden dassen in alle kleuren en motieven, handgemaakte schoenen, manchetknopen, horloges, ceintuurs en natuurlijk ook het perfecte witte shirt. Vrijwel alles is van Italiaanse makelei.
Centraal in de stoer ingerichte winkel, waar de displays zijn afgewerkt met glimmend zwart carbon, staat een met leer beklede vitrine met daarop uitnodigend een fles prosecco in een wijnkoeler; op zaterdagen wordt hier een drankje geschonken. Doordeweeks staat de koffie klaar. Het is vrijdag, dus de fles blijft dicht.
Mannen die binnenlopen, kopen altijd iets wel iets. Een twintiger gaat weg met een horlogebandje, een gebruinde vijftiger komt tevergeefs terug voor schoenen die hij bij een eerder bezoek had gezien en verlaat de zaak met een witte polo met het bescheiden Profuomo-logo: de Italiaanse vlag maar dan ontkleurd. “Het waren te veel kleurtjes”,zegt communicatiemanager Mendel Brandsma (40). “Zo staat het chiquer. Maar verder ga ik niet over de producten hoor”, verontschuldigt hij zich. “Dat is de afdeling van mijn zus.”
Zuster Sarah Brandsma (33) is inkoper en brandmanager, zij werkt samen met haar andere broer Michael (30) die zich sinds zijn studie aan de Utrechtse kunstacademie bezighoudt met lederwaren, als ceintuurs, handschoenen en portefeuilles.
“Iedereen denkt dat Profuomo een Italiaans bedrijf is” zegt Mendel Brandsma. “Prima. Maar we maken er geen geheim van dat we Nederlands zijn, als is het wel zo dat we een heel sterke connectie hebben met Italië.”
“Onze opa, Heinz Michaelis, kocht al in de jaren vijftig zijde uit Como, de zijdestad van Italië”, zegt Sarah, ze logeert nog altijd maandelijks in het zelfde hotel als haar opa destijds.
Profuomo is een oer-Hollands bedrijf, sinds 1934. Het waren in die tijd nog geen dassen van dure zijde die oprichter Heinz Michaelis liet produceren in zijn eerste Nederlandse Dassenfabriek in Rotterdam. Hij zette de fabriek op in een tijd dat kleermakers nog zelf dassen maakten. Voordat hij zijn fabriek opende, handelde hij in dassen die hij verkocht aan winkels. Tot hij in 1934 serieus brood zag in het stukje textiel en ze op grote schaal ging produceren, en daarmee de das democratiseerde. Het was uitstekende koopwaar. “De das was in de jaren een verplicht item”, vertelt Mendel Brandsma. “Als iemand op netjes ging, dan droeg hij een das.”
Tegenwoordig gaat het er minder streng aan toe op het dassenfront. Of dit komt door Prins Claus die in 1998 demonstratief zijn das afwierp, weet Mendel Brandsma niet. De ludieke actie had in elk geval geen effect op de dassenverkoop. In de zakenwereld is de das nog steeds een must. Wel is de das een andere rol gaan spelen. “Iemand draagt nu een das als hij dat leuk vind, en een statement mee wilt maken.” En dat zijn best veel mensen, weet Brandsma, die zichzelf ook tot die groep rekent. Vandaag steekt hij zijn nek uit met een smal gebreid dasje. Opvallend. ”Dat is toch logisch, als je er dagelijks mee bezig bent zoek je de leukere dingen er uit.”
Voor de winter gokt Sarah Brandsma op die smalle das, eerder populair in de jaren tachtig. Ze is benieuwd of het gewaagde model, het “koolmees-effect” teweeg brengt. Zo noemt ze items die iedereen opeens wil hebben.
Het hoofdkantoor van Profuomo, dat samen met het goedkopere accessoiremerk Michaelis een onderdeel is van moederbedrijf Micro Fashion, is gevestigd in Capelle aan den IJssel. Profuomo heeft ruim honderd werknemers in dienst en zo’n zeshonderd verkooppunten in ruim dertig landen, ironisch genoeg wordt het merk niet verkocht in Italië. “We hebben het geprobeerd, maar betalingen lieten erg lang op zich wachten en het leverde een hoop administratieve rompslomp op.” Naast de winkel in Amsterdam zijn er nog drie Profuomo winkels, één in het centrum van Wenen, in de hippe Berlijnse wijk Mitte en in de Rotterdamse buurt de Meent, een buurt in ontwikkeling, volgens Brandsma.
Nadat Jan Brandsma, de schoonzoon van Heinz Michaelis in 1977de zaak overnam, breidde hij het assortiment sterk uit en zette een verkoopnetwerk op. Als gevolg hiervan maakte het bedrijf midden jaren tachtig een stormachtige groei door en werd in 1985 het label Profuomo opgezet. “We maakten toen zo’n mooi product dat we onder eigen label wilden uitbrengen”, zegt Mendel Brandsma. Het assortiment werd uitgebreid tot een hele collectie. Micro Fashion ontwikkelde zich tot grootste dassenproducent van Europa, in 2003 werden er vijf miljoen dassen verkocht. Ze worden nog altijd prominent in de winkel gepresenteerd. Een evergreen is de gestreepte regimental das in rustige kleuren zoals donkerblauw of donkerrood.
Sarah Brandsma pakt een opgerolde das uit de display. “Kijk”, zegt ze terwijl ze hem uitrolt en de achterkant laat zien. “Grapje van mijn vader.” Ze wijst op de lange stiksels van wit garen en een geborduurd zonnetje, details die een machine niet zo makkelijk kan borduren. “We noemen dit de sunstich – zonnesteek – en het vormt het bewijs dat de dassen handwerk zijn.”
Twaalf jaar werkt Mendel Brandsma nu in het familiebedrijf. Hij was het nooit van plan, maar na een afgebroken studie journalistiek, ging het opeens toch kriebelen. Jongere zus Sarah, die net als Mendel als tiener tijdens schoolvakanties hielp met onder andere het inpakken van spullen, koos aanvankelijk voor een studie commerciële economie. “Na mijn afstuderen vroeg mijn vader of ik gewoon eens wilde proberen of het beviel. Zo ben ik begonnen.” Sinds acht jaar is ze verantwoordelijk voor de inkoop van stoffen en het ontwikkelen van producten. Dat gebeurt vanuit het fashionlab in Capelle aan den IJssel.
In 2008 opende Profuomo een eerste eigen winkel in de Amsterdamse PC Hooftstraat, overigens niet de straat waar de familie haar oog aanvankelijk op had laten vallen. De zoektocht begon in de Kalverstraat en Leidsestraat, en eindigde in de PC toen het hoekpand vrijkwam waar eerst Cartier zat. Terugblikkend is de familie er blij mee. “Hier zit de mooiste merkomgeving die je je kunt voorstellen.”
De reden van de winkelopening was overigens niet dat mannen de laatste jaren meer aandacht aan hun uiterlijk besteden en behoefte kregen aan een breder accessoireaanbod, al juicht Mendel Brandsma die ontwikkeling zeker toe. “Dat betekent dat er aandacht is voor het type artikelen dat wij maken. We wilden graag een winkel om ons merk te tonen als een concept op één plaats.”
Alle artikelen worden per product gepresenteerd. Er is een white wall met witte overhemden, een rek met sjaals van gekreukte stof (trend), een hoek met polo’s. “Mannen vinden dat nu eenmaal prettig winkelen”,zegt Mendel Brandsma. Alle items zijn onderling combineerbaar. Hij is zelf het lopende bewijs: Mendel draagt vandaag een witte broek, denim overhemd, de gebreide zwarte das, en een donkerblauw slank gesneden jasje, mét pochette (die komen weer terug). Volgens Sarah Brandsma vertegenwoordigt haar broer helemaal de Profuomo man: elegant met een twist, en een tikkeltje flamboyant. “Hij is gekleed, maar wil hij ’s avonds uitgaan dan hoeft hij alleen maar zijn jasje uit en zijn das af te doen.”
Sarah signaleert dat er vraag is naar deze lossere stijl, waarvoor ze de term informalist bedacht. Om een zo compleet mogelijk collectie neer te zetten verkoopt Profuomo sinds kort ook colberts. Helemaal ‘informalist’ is het soepele colbert – zonder voering en schoudervulling en met opgestikte zakken. Volgens Sarah Brandsma zijn ze een rage. Het geheim? De prijs. “€ 299. In Italië betaal je voor zo’n colbert ruim het dubbele.”
De das, ooit de basis van het familie bedrijf, is tegenwoordig slechts één van de vele artikelen. In succes is de das inmiddels voorbij gestreefd door het witte overhemd. Bij het lanceren daarvan ging Sarah Brandsma niet over één nacht ijs. Voor de beste stof ging ze een samenwerking aan met Albini, een oude en gerespecteerde Italiaanse stofweverij. Vervolgens testte ze het shirt uit op klanten. “Het witte overhemd is een van onze belangrijkste artikelen geworden, mannen komen er voor terug, zegt Sarah Brandsma. Wat bevalt, is de goede snit en de aantrekkelijke prijs, 89 euro voor een shirt uit de Sky Blue collectie en, drie tientjes minder voor een shirt uit de goedkopere lijn. Er zijn mannen die ze per dozijn inslaan. Sarah begrijpt dat wel, voor mannen is de witte blouse een basic, vergelijkbaar met het klassieke kleine zwarte jurkje voor vrouwen. Elke man heeft er wel één, maar nooit genoeg.”
Profuomo ontwikkelt constant nieuwe producten, trends worden niet geschuwd, maar zeker niet klakkeloos gevolgd. Het overhemd met de hoge boord en drie knopen dat twee jaar geleden opeens veel te zien was – vooral bij televisiepresentatoren – liet ze links liggen. Sarah: “Dat is niet Profuomo, té modieus, dat past niet bij het merk.”
EERDER GEPUBLICEERD IN DE STIJLBIJLAGE VAN HET PAROOL
Reageren is niet (meer) mogelijk.