Top menu

Kritisch artikel in Spits over Amsterdam Fashion Week

Toen het programma van de Amsterdam Fashion Week (AFW) vorige maand bekend werd, werd menig wenkbrauw gefronst. De hand van programma directeur Carlo Wijnands, die in 2011 aankondigde meer ruimte voor jong talent te willen, was duidelijk zichtbaar, met een groot aantal voor minder ingevoerde modemensen onbekende namen. Drie kenners, Michou Basu, Bregje Lampe en Georgette Koning geven hun mening.

Door Sigrid Stamkot, moderedactrice SPITS

Roya Hesam, Marije Hellwich, Marije de Haan, Allan Vos en Nata Ryzh. Niet bepaald namen die de gemiddelde modegeïnteresseerde direct een belletje zullen doen rinkelen. Het programma van de Amsterdam Fashion Week, dat vandaag begint, staat bol van het talent. Daar tegenover meer gevestigde namen als Sjaak Hullekes, Claes Iversen, Spijkers en Spijkers en Bas Kosters. Maar toch, Georgette Koning, freelance moderedacteur voor NRC, Vogue en independentfashiondaily.com was verbaasd. „Een beetje magertjes, dacht ik eerst. Maar ook: leuk zoveel starters. Het toont een waaier aan stijlen. Er is een constante stroom aan nieuwe ontwerpers, die eerder eerst alleen op donderdag showden.” Michou Basu, moderedacteur van De Telegraaf, miste vooral de blikvangers in het schema. Haar eerste reactie: „Goh, is dit het? Er staan vooral veel jonge/beginnende talenten op die (nog) te onbekend zijn bij het publiek.”

Bregje Lampe, moderedacteur van Het Parool, en haar twee collega’s zijn het er wel over eens: talent is belangrijk en moet ruimte krijgen. „Al gaat het programmeren van jong talent niet zonder dat er bekendere labels showen. Jong talent heeft nauwelijks geld en bekende labels hebben dat wel. Daarbij vind ik dat niet ieder ’jong talent’ direct een catwalkshow hoeft te geven. Dat schept vreselijk veel verwachtingen en er zijn maar héél weinig ontwerpers die het lukt om die waar te maken.”

Klopt, vindt Koning. „Het is leuk voor hun, natuurlijk. Maar ze showen voor het eerst, hebben nog geen overtuigende stijl, weinig budget voor bijvoorbeeld modellen en uitvoering van de kleding. Om te recenseren is dat best lastig. Want om iemand die onder zulke omstandigheden showt nou meteen neer te sabelen, is flauw en erg gemakkelijk.” „Er moet absoluut ruimte zijn voor talent”, aldus Basu. „Maar talent moet ook de kans krijgen om te rijpen voor het de catwalk op wordt gestuurd met een eigen collectie. Wil je op de catwalk presenteren, dan moet je echt goed zijn en daar schort het wel eens aan. Daarom is de AFW niet te vergelijken met de Champions League. Ook niet de Eredivisie, maar met straatvoetbal. Niks mis mee: zo zijn de grootste spelers begonnen.”

Toch missen de grote namen, vinden vooral Koning en Basu. „Grote namen als Iris van Herpen en Jan Taminiau. Maar ze hebben niets te zoeken hier”, aldus Koning. „Beiden hebben net geshowd in Parijs tijden de coutureweek, dat is hun afzetmarkt.” Trekpleisters, namen die een buzz creëren, zouden het programma goed doen, meent de Telegraafjournalist. Maar ook in het publiek mag er verandering plaatsvinden. „Ik mis de captains of industry. Tijdens de internationale modeweken struikel je over iconen, buyers van de grote warenhuizen, belangrijke journalisten, muzes, de top van de creatieve sector. Ik zie tijdens de AFW vooral jonge meisjes die mode ’wel leuk’ vinden.”

Dus, wat zouden de kenners in de toekomst graag zien? Basu hoopt op meer leven in de brouwerij. „Hoe cool zou het zijn als Amsterdam net zo borrelde als Berlijn? Die stad is tijdens de modeweken talk of the town. We doen vaak neerbuigend over commerciële merken, maar de shows van Hugo Boss en Hunkemöller met Sylvie van der Vaart zijn toch wel de bom. Dan kan je wel ingewikkeld doen dat het geen mode is, maar het is wel keiharde business en mode is business.” Koning zou graag een verkorte versie van de Amsterdam Fashion Week zien. „Een lang weekend desnoods. Met als locatie niet het Westergasfabriekterrein, maar een centrale locatie in de stad, zodat de modeweek ook leeft in de stad.” Lampe pleit voor de Amsterdamse modeweek als jaarlijks evenement. „Het gaat op de AFW niet direct om de nieuwste modetrends, ik zie de modeweek als samenvatting van wat speelt in de Nederlandse mode. Een evenement waar ruimte is voor bekende labels en dat als springplank voor jong talent kan dienen. Twee keer per jaar vind ik te vaak. Eerlijk is eerlijk: zoveel talent is er niet in Nederland.”

Gerelateerde Artikelen:


Reageren is niet (meer) mogelijk.