Lavinia en Abigail Bakker zijn gek van mode. Altijd al geweest. Om praktijkervaring op te doen werkte de tweeling bijvoorbeeld in winkels, later gingen ze modestudies volgen. Lavinia koos voor een marketingstudie, en Abigail voor modedetailhandel. In januari 2010 startten ze het ecomerk Twin Couture. Omdat de interesse voor groene mode destijds minder groot was dan nu, onderzochten de Haarlemse zussen vooraf of er wel voldoende afzetmarkt was voor het eco-segment. De eco-lifestyle moet volgens Lavinia en Abigail voor iedereen een gewoonte worden. Zelf leven ze altijd al milieu- en dierbewust. “Het merk is een verlengde van onszelf.” Twin Couture had tot voor kort acht verkooppunten en een webshop. Ze hebben net het verkoopseizoen afgesloten en liggen komende winter in vijftien zaken.
Jullie eerste lookbook zag er zo glossy uit, dat ik niet door had dat Twin Couture groen was.
“In de eerste plaats vinden we het heel belangrijk om een fashionbrand te zijn. We willen met de grote merken meedoen, laten zien dat je als ecolabel high end kan zijn. Net als ons voorbeeld, Stella McCartney. Veel mensen weten niet eens dat zij schoenen en tassen van nepleer maakt, toch willen mensen haar spullen vanwege de manier waarop zij zich presenteert. Zij bewijst dat het niet per se nodig is om leer of bont te dragen. Onze presentatie is nu wel minder glossy.”
Wat is de beste manier om de groene boodschap te verkondigen?
“Mensen onderwijzen die daar ook aan toe zijn. Dat klinkt stom, maar er zijn veel mensen die er nog niet klaar voor zijn, ze zien eco als suf en geitenwollensokken en willen er niet geassocieerd worden.
“We communiceren niet op de voorgrond, maar op de achtergrond. Op onze website geven we onder het kopje ecouture transparante informatie. Mensen kunnen precies zien waar onze stoffen vandaan komen, waarom we ze gebruiken, en ook lezen waarom we geen leer- en dierlijke producten gebruiken. Eco-mode moet gewoon fashion forward zijn, ik bedoel daarmee dat het mode van de toekomst moet zijn: duurzaam en verantwoord gemaakt. Dat moet een gewoonte worden, geen uitzondering.”
Als Twin Couture eenmaal in de winkel hangt, kunnen jullie niet meer zelf het verhaal vertellen.
“Klopt, we communiceren de boodschap dan via kaartjes aan de kleding.”
Benaderen jullie gespecialiseerde groene winkels?
“Nee. De winkels waar wij hangen kiezen niet per se voor eco, ze kiezen voor ons en ons concept. Ze vinden het wél fijn om eco-mode in de winkel te hebben.
“Verder snappen wij dat winkeliers in deze tijd ook moet overleven, dus doen we vanuit onze kant zoveel mogelijk om het ze zo makkelijk mogelijk te maken. We doen aan instore-reclame en hangen etiketjes aan kleding. Pr is ook belangrijk.”
Jas van boomschors
Wat is de juiste manier om eco- mode te promoten?
“Ik heb marketing gestudeerd en weet hoe belangrijk exposure is. In LINK las ik destijds een artikel over het pr-bureau Spice en dat ze een eco-afdeling waren begonnen. Naar aanleiding van dat artikel heb ik ze ook benaderd. Wat helpt zijn interviews in LINK maar het is ook goed als andere high-end bladen er meer aandacht aan besteden en zich als blad hard voor maken dat ze bijvoorbeeld geen bont in het blad willen, of een cover maken met alleen eco merken. Herhaling is voor de consument belangrijk. Wij halen altijd een spreuk aan van Oprah Winfrey: So now you know! Dat slaat voor ons ook op het eco-verhaal.”
Jullie verwerken onder andere boomschors, wat is dat?
“Het lijkt op leer of suède, maar boomschorsstof komt uit Oeganda en wordt daar van bomen afgetrokken, vervolgens wordt de boom ingebonden in bananenbladeren, en negen maanden later kan er weer geoogst worden. De boomschors wordt fijn geslagen, krijgt structuur en wordt soepeler. Daarna wordt het in water gekookt – op energie van zonnepanelen – het kan geverfd worden in alle kleuren. Er worden zeshonderd mensen mee aan het werk gehouden. Omdat het erg arbeidsintensief is, is het niet goedkoop maar nog wel betaalbaar.
“We blijven er eyecatchers van maken maar we focussen vooral op accessoires. We laten zo zien dat je geen dierlijke producten hoeft te gebruiken om een leuke tas te hebben.”
Het is een prachtig verhaal.
“Als een merk met iets nieuws komt, zoals boomschors, dan is dat nieuws en wordt het opgepikt. Maar je kan op internet van alles vinden over de vervuilende jeansindustrie en dierenleed, dat is toch ook nieuws?
“Het bereiken van de eindconsument moet van twee kanten komen, van de pers en van de merken. Doel is dat de consument naar eco-mode gaat vragen zodat de winkels het willen inkopen. Zo krijgen wij het makkelijker.”Met Twin Couture hebben jullie twee beurzen gedaan, MINT, een onderdeel van de Modefabriek en de Who’s Next in Parijs, hoe ging dat?
“Tijdens Mint waren het wel voornamelijk eco-winkels die inkochten, dat publiek trekt Mint momenteel nog. De naam moet groeien, dat duurt nog eventjes.
“In Parijs stonden we als nieuw en onbekend merk op de Who’s Next-beurs, tussen alle grote merken, dat was leuk qua contacten, maar verkoop bleef uit. Je moet daar wel met een heel grote collectie komen wil je opvallen.
Volgend keer doen we misschien Capsule, een beurs die plaatsvindt in Berlijn en Parijs, of de Tranoï in Parijs. Mint doen we weer.”
Jullie zijn nu ruim twee jaar bezig, wat zou je graag anders zien?
“Dat grote stoffenleveranciers hun afnames verminderen, je moet zo duizend meter of meer bestellen. Lastig. Bij meer vraag naar biologische stoffen zal de afname naar beneden gaan.
Eerder gepubliceerd in LINK
Reageren is niet (meer) mogelijk.