Top menu

Interview Margreeth Olsthoorn ” “Internetshoppen vind ik heel armoedig”

Margreeth Olsthoorn is eigenaresse van de gelijknamige winkel in de Rotterdamse Witte de Withstraat. Olsthoorn verkoopt merken in het hoog- en middensegment waaronder Rick Owens, Acne, Commes de Garçons shirts, Henrik Vibskov, Wood Wood en Maison Martin Margiela.

Na haar afstuderen in 1993 aan de Willem de Kooning Academie, afdeling mode, werkt Olsthoorn als stylist, en ze bedenkt het concept voor een eigenzinnige winkel, Beljon, die opent in 1994. Olsthoorn verkoopt daar een mix van vintage meubels en kleding. Hiermee plaatst ze (dan al) vintage in een ander daglicht. “Het leukst aan een winkel is dat je als inkoper selecteert op schoonheid en vernieuwingen. Vervolgens gooi je de deuren open, en dan komen er mensen op die selectie af. Dat vindt ik erg mooi.”

Wat is de grootste ontwikkeling op je vakgebied?

“Dat ben ik zelf. Ik probeer mee te groeien met mijn eigen ontwikkeling, groei is altijd verandering. Wat betreft verandering op het gebied van de winkel is dat ik vroeger als stylist de parels uit de vuilnisbelt oppikte, vanwege budget, maar ook om met bijzondere unieke dingen naam te maken. Je begint als winkel niet gelijk bij Rick Owens of Ann Demeulemeester. Mijn eerste merken waren onder andere Punk Royal en Bruuns Bazaar. Acne had ik als eerst in Nederland. Ik kocht ook ouwe Wrangler broeken op, modellen uit de voorraad, Scholl slippers en Birkenstocks had ik ook.”

Je noemt internet niet als ontwikkeling in de mode?

“Webshoppen speelt zeker voor veel labels een belangrijke rol, maar ik vind het heel armoedig. Het heeft te maken met hebzucht. Als je je leven kwaliteit wilt geven dan doe je jezelf te kort door via internet te shoppen. Veel van mijn klanten komen hier niet om iets te hebben. Ze komen voor iets moois, en voor advies en kennis van zaken.

De beleving van winkelen is belangrijk. Als mensen enthousiast zijn over bepaalde winkels moeten ze die koesteren.”

Heb jij als retailer gemerkt dat je voor een hoog minimaal bedrag collecties moet inkopen, en is  dat een nieuwe ontwikkeling?

“Merken als Ann Demeulemeester, Hussein Chalayan en Comme des Garçons zijn labels die heel selectief verkooppunten kiezen. Daar tegenover staat dat ze willen dat je als retailer meer dan drie jurken verkoopt. Ze willen exclusiviteit en gaan een vertrouwensband met je aan. Het is logisch dat je dan voor een bepaald bedrag spullen inkoopt. Zou ik ook doen. Volgens mij is het niets nieuws en bestaat die deal al sinds eind jaren tachtig  – met de opkomst van designerlabels als Dries van Noten. Mijn ervaring is dat je altijd kan onderhandelen over budget.”

Welke gebeurtenis van de laatste vijftien jaar in de mode heeft jou geschokt?

“Het schandaal met John Galliano die dit voorjaar bij Dior werd ontslagen en de zelfmoord in 2010 van Alexander McQueen. Eye-opener vond ik de film over de carrière van Yves Saint Laurent en zijn vriend/zakenpartner Pierre Bergé. Schokkend, dat een ontwerper zo wordt geleefd door de mode.

Ontwerpers moeten zich nu meer dan ooit onderscheiden. Maar ik zie dat de meeste op het zelfde paard gokken. Dat zie ik op beurzen. Ben ik in Parijs op de Tranoï, dan denk ik: ‘Zit ik nou te wachten op weer hetzelfde?’ En iedereen wil tegenwoordig modeontwerper worden. Goede kunstenaars, vormgevers of muzikanten, werken omdat ze voelen dat ze iets móeten maken. Ze hebben iets te vertellen. Wat mode betreft zie ik vooral een visie bij de klassieke merken en bijvoorbeeld het Deense Henrik Vibskov en het Zweedse Moonspoon Saloon.”

Wat is jouw grootste misser geweest de afgelopen vijftien jaar?

“Vanuit enthousiasme koop ik weleens spullen waar ik geen euro aan verdien. Ik had schoenen van Kron by Kron, een soort bonbons van lak met ruches en goud decoraties. Heel mooi,  ik was er enthousiast over, maar als je zoiets opvallends niet snel verkoopt dan ga je je er aan ergeren, al zijn het maar twee paar. Ik wil iets dan zo snel mogelijk uit de winkel hebben omdat het té beeldbepalend is. Ik heb dat niet met extreme schoenen van Maison Martin Margiela of schoenen van Biography, die passen gewoon goed bij de puzzel van mijn winkel. Voordeel van je hart volgen is dat je wel echt iets moois hebt in de winkel.

Missers heb ik gehad met personeel. Ik ben blij met de mensen nu, het is een steady crew, maar ik heb weleens iemand aangenomen die arrogant in de winkel ging staan, daar werd ik echt helemaal misselijk van. Al heb je de allermooiste spullen, als iemand met de neus in de wind gaat staan omdat hij of zij tussen de mooie spullen staat, dan ben je echt afgeschreven. Een misser kan ook een goeie les zijn.”

Wat is je grootste succes?

“Dat ik dicht bij mezelf ben gebleven, en nog steeds doe wat ik leuk vind en hoe ik ben ontwikkeld. Daarin ligt ook mijn succes, in de die zin dat ik geniet wat ik doe.

Het is bij mij geen moeten, ik heb een passie.”

“Hoe houd je het spannend, en wat blijft je boeien in je vakgebied?

“De tijd, de snelheid van mode en het individu en mode; kleding is toch de eerste laag die je ziet, en emoties kunnen zitten in een oud shirt of in de samenstelling van een outfit die iemand draagt.

Wat mij heel erg aanspreekt, en waar ik altijd erg op zoek naar ben is avantgarde. Anders zou ik dit vak ook niet in kunnen invullen, tenzij het puur om het geld zou gaan, maar dan had ik net zo goed makelaar kunnen worden. Natuurlijk zou ik dat vak dan ook weer net anders doen, alleen de leuke huizen aanbieden. Ik kan me trouwens voorstellen dat het een leuke baan is.

“Boeiend en mooi is nog steeds de invloed van mode en muziek. Beide zijn emoties die je kunt vertalen.”

Wat verwacht je van de toekomst?

“Wat er nu allemaal aan de gang is –  ik bedoel de crisis, de eurotoestand – vind ik allemaal heel ingewikkeld. Ik snap het wel, maar wil me er niet instorten. Als je er namelijk te veel mee bezig bent, dan wordt het zo’n groot ding.

Wat ik wel weet, is dat als ik hier in Rotterdam over de Lijnbaan loop, met al die lelijke winkels, dan denk ik laat het alsjeblieft allemaal ontploffen! Het is zo liefdeloos. Ik kan natuurlijk moeilijk tegen mensen zeggen die daar winkelen dat ze naar mij moeten gaan, in plaats van naar de Lijnbaan.”

Retailers zouden eens kritisch naar zichzelf moeten kijken. Op de academie heb ik ooit geleerd dat als je iets creatiefs moet bedenken, dan moet je eerst alles los laten, al je ideeën op tafel gooien, en dan iets drie keer of vaker omdraaien. Ondernemers in de mode zouden dat ook eens moeten doen. Het werkt altijd, het schept vrijheid in je hoofd. Stel je hebt een paar leegstaande panden die je wilt verkopen, wat kun je dan doen om aandacht te trekken? Laat eerst al je oude plannen vallen, en dan komen nieuwe ideeën vanzelf: je kan een markt in de winkel beginnen, de winkel door een kunstenaar laten verlichten, of laat muziek uit de ramen komen.”

 15 jaar erbij?

“In eerste instantie denk ik jazeker. Toch refereer ik naar wat ik eerder zei over kritisch naar jezelf kijken. Ik wil ook het gevoel hebben dat ik morgen kan beslissen om er – bij wijze van spreken dan – mee te stoppen.”

Dit interview – en meer verhalen –  staat deze maand in LINK, het modevakblad dat dit jaar 15 jaar bestaat.

(Foto Margreet heeft eerder gestaan in De Volkskrant)

Gerelateerde Artikelen:


Reageren is niet (meer) mogelijk.