Top menu

Winde Rienstra’s ingenieuze bouwsels van vouwsels

Winde Rienstra studeerde in 2009 af aan de HKU in Utrecht, een jaar later showde ze haar eerste collectie tijdens de Amsterdam Fashion Week. In haar werk zoekt ze de grens op tussen mode en kunst, kleding en object. Haar grotendeels handgemaakte ontwerpen kenmerken zich door 3D-constructies en ruimtelijkheid en hebben een architectonische uitstraling. Haar eerste collectie bevatte bewerkelijke ‘jurken’ van met laser gesneden houten frames en draden, die met de hand in de frames waren geregen.

Op engelachtige klanken showde Rienstra vanavond witte bolle jurken als lampionnen en witte lange rokken van ingenieuze vouwsels. De harde bouwsels contrasteerden met tops en sluike rokken van transparante witte chiffon.
IJzingwekkend waren twintig centimeter hoge plateauschoenen van wiebelig karton.

Ad en ik zaten frontrow, soms bemoeide Martino zich er mee.

A: Oei de schoenen. Ooh het model valt… nee gelukkig net niet.

G: Die vouwsels, zouden die geïnspireerd zijn op Madurodamse krablappen denk je niet?
Winde is erg into handwerktechnieken.
A: Nee ik denk dat “Reflections in Facets”, want zo heet deze collectie, is geïnspireerd op de haast mathematische schilderijen van J.C. van Schagen, en dat Winde de patronen distilleerde uit ‘hyperkubussen’ die Van Schagen ontwikkelde op basis van de tweedimensionale schaduwlijnen van deze meervoudig dimensionale kubussen.
G: Verrek,  je zou wel eens gelijk kunnen hebben.

A: Kijk, dat model heeft een pukkeltje op haar kont.
G: Pukkel-TJE, zeg maar gerust pukkel.

Voorbij komt een model in een huidkleurige body, erover heen zit een korsetachtige top van hout/leer? met insnedes en hoge schouders

Martino: Liep ze stage bij Van Herpen?

G: Het is mooi gemaakt.
A: Mooi gemaakt ja, het zijn installaties, en het komt beter tot zijn recht in een museum.
G: Dan kun je er met je neus opzitten, en aanraken. Je wilt dit toch aanraken. Het zijn museumstukken.

De show is voorbij, applaus is luid.
Martino: Whoehoee!

In 2010 interviewde ik Winde voor LINK over handwerk en duurzaamheid.

Vanwaar je fascinatie met handwerk?
“Handwerk en duurzaamheid hebben mij altijd al geïntrigeerd. Ik vind het belangrijk om veel aandacht in een product te steken en dat iets daardoor uniek wordt. Voor mij geldt, hoe bewerkelijker – dus hoe meer tijd en aandacht ik in een product steek – des te beter.
“Massaproductie staat me erg tegen. Ik maak liever unieke stuks en hoop dat een paar mensen daar heel blij worden. Ik wil niet meedoen aan wat ik het produceren van ‘afval’ noem: kleding die een paar keer wordt gedragen en dan in de vuilnisbak verdwijnt.
“Wat duurzaamheid betreft doe ik mijn best om zoveel mogelijk duurzame materialen, bijvoorbeeld ecologische stoffen en garens, te vinden.”

Zijn er momenteel meer modeontwerpers die zo denken?
“Ja, het is ook al een tijd gaande. Ik ben me er serieus in gaan verdiepen toen ik op de academie zat. Een van mijn voorbeelden toen was Sandra Backlund, zij brak een paar jaar geleden door met gebreide jurken als sculpturen. Waar ik nu ook naar kijk, en inspiratie uit haal, is haute couture. Wat Riccardo Tisci voor Givenchy doet met handwerk is uniek.”

 Is er veel research nodig voor duurzaamheid en handwerk?
“Klopt, ik ben daar echt mee bezig. Ik richt me op oude handwerktechnieken en ben net begonnen aan een project waarvoor ik subsidie heb gekregen van de provincie Utrecht. Ik wil onder de knie krijgen hoe oude handwerktechnieken zoals Zaans stikwerk, het gebruik van stijfsel in kleding en Turks haakwerk, worden toegepast in andere culturen in Nederland. Het valt niet mee, merk ik nu. Het is lastig om met mensen in contact te komen, en boeken zijn heel moeilijk te vinden.”

Wat is het einddoel van het project?
“Het wordt een modecollectie en een tentoonstelling waarop de processen te zien zijn, en het aangaan van samenwerkingen met mensen die nog oude technieken beheersen. Vervolgens wil ik workshops geven om mijn kennis over te brengen. Het project eindigt juni 2012.
Overigens hecht ik niet aan draagbaarheid, ik vind het belangrijker dat mijn werk een statement is, en kunstzinnig is.

Hoe belangrijk is exclusiviteit voor jou?
“Ik moet daar nog een evenwicht in vinden. Aan de ene kant vind ik het echt heel belangrijk dat iets uniek is, aan de andere kant moet ik geld verdienen. Verkoop speelt nu nog geen rol, maar mijn bedoeling is handgemaakte accessoires te gaan maken en die te verkopen, en workshops te geven. Ik hoop dat musea mijn werk aankopen en tentoonstellen. Ik heb al drie ontwerpen verkocht aan het Gemeentemuseum Den Haag, waaronder een jurk die ze hadden gezien in de Vogue Australië, ik was daar voor een studentenuitwisseling en heb toen een cursus gedaan bij een Aboriginal vrouw, heel inspirerend.”

Verwacht je de invloed van handwerk terug in de mode-industrie?
“Volgens mij is de invloed van handwerk nu al terug te zien in de mode-industrie, ook al is deze nog steeds onderworpen aan de trends van het moment. Je ziet bijvoorbeeld nu bij H & M veel kant en haakwerk, ook wordt er gebruik gemaakt van lasersnijden wat een moderne techniek is die doet denken aan handwerk. In de haute couture is handwerk natuurlijk nooit weg geweest, sterker nog: omdat er nu een nieuwe draai aan wordt gegeven staat het in de belangstelling bij jongeren.”

Handwerk is luxe, weggelegd voor de welgestelden. Vind je dat niet jammer?
“Ja, dat vind ik erg jammer, het zou mooi zijn als het voor iedereen te koop is die het  waardeert. Of net zo gewoon als vroeger. Het tegendeel is waar: door de opkomst van massaproductie wordt handwerk helaas alleen maar zeldzamer en kostbaarder. Al is een techniek als lasersnijden wel weer een mooie uitkomst omdat het bijvoorbeeld kant imiteert, de lasersnij-techniek is niet heel duur en ook niet tijdrovend om te produceren.
“Toch zou het ook zonde zijn als handwerk een massaproduct wordt, want dan verliest het al zijn charme. Het is juist zo speciaal dat iemand het met aandacht en liefde heeft gemaakt De imperfectie maakt het ook erg bijzonder.”

Heeft de crisis, en de tijd waarin we leven een gunstige invloed op handwerk?
“We leven in een tijd van luxe en overdaad, waarbij alle gebruiksvoorwerpen design kan zijn. Vroeger werden gebruiksvoorwerpen gemaakt zonder na te denken over het ontwerp omdat het nut ervan belangrijker was. Aangezien er nu zoveel overvloed is en zoveel keus zijn mensen volgens mij juist weer opzoek naar manieren om zichzelf te onderscheiden, dat kan door bijvoorbeeld vintage kleding te dragen, of meubels te maken van sloophout. Daardoor is er ook weer opnieuw veel aandacht voor uniek handwerk.”

 

Gerelateerde Artikelen:


Een reactie op Winde Rienstra’s ingenieuze bouwsels van vouwsels

  1. Hilbrand Bos 27 januari 2012 om 08:54 #

    Ik zie wel een toekomst voor handwerk. Mensen worden toch een beetje H&M en Ikea moe.