Top menu

De narren in de modewereld jubileren

Tableau in het Groninger Museum: twee jongemannen staan tegenover
elkaar, elk achter een schildersezel, een potlood in de aanslag. Een dynamische
opstelling.  Beide poppen hebben gouden hoofden
met bloempotkapsels als middeleeuwse monniken. In de kleding die ze dragen zou
geen man zich durven vertonen. De ene is gekleed in een bloot lycra worstelpak
met op de heupen een sportieve variatie op de jarretelgordel, de andere draagt een
onbeschrijfelijk speelpakje in knalkleuren.

Het zijn recente ontwerpen van Bernhard Willhelm en Jutta
Kraus, en onderdeel van een grote tentoonstelling met zo’n zestig outfits van
het Duitse ontwerpersduo. Aanleiding is hun tienjarige jubileum waarin ze meer
dan dertig mannen- en vrouwencollecties presenteerden tijdens de Parijse
modeweek. Ze doen dat altijd ludiek omgeven door chaotische decors en absurde
styling.

In Nederland kun je op dit moment in maar liefst twee musea
terecht voor mode. In Boijmans Van Beuningen is tot begin volgend jaar nog The Art of Fashion te zien, een
tentoonstelling die helaas in zijn eigen intellectualiteit verdwaalt. De
expositie in het Groninger Museum slaagt er veel beter in om zowel liefhebbers van
kunst als van mode te boeien. Met een goede mode-expositie trek je volk, weten
ze in Groningen. De experimentele Hussein Chalayan trok in 2005 64.000
bezoekers, op Viktor & Rolf kwamen in 2001 72.200 mensen af.

Het begrip mode moet bij Bernard Willhelm en zijn creatieve en
zakelijke partner Jutta Kraus (die in Groningen voor het eerst op de voorgrond
treedt) niet al te letterlijk worden genomen. Want hoewel ze collecties in
Parijs showen, hoort het label  internationaal
niet bij de top. In Japan is men echter dol op de absurde Bernhard Willhelmmode,
en stiekem zijn veel modemensen dat ook. Vrijgevochten types als Willhelm en
Kraus (beide 1972) zorgen voor zo veel opwinding en humor in het vak dat hun
kleding eigenlijk ook kunst wordt.

Terecht dus dat het Groninger Museum een expositie samenstelde
rond deze narren van de mode. Het label Bernhard Willhelm is geliefd bij curatoren
en daarom regelmatig te zien op exposities. Het Antwerpse modemuseum Moma (dat
dankzij een schenking inmiddels vrijwel het complete archief van Bernard
Willhelm beheert) exposeerde twee jaar geleden Het Totaal Rappel, een overweldigende overzichtstentoonstelling vormgegeven
in pretentieloze verhaaltjes in een rommelige setting. In Groningen draait het meer
om de kleding dan de sfeer, maar de expositie is gelukkig hier en daar ook lekker
aanstootgevend. Zo kun je een man – geïnspireerd op de Franse pornoster François
Sagat – die gekleed in een kreukelig gouden jasje zijn forse edele deel in de
uitlaat van een autowrak steekt wel noemen. Het hoofd van de opgewonden pop is een
afgietsel van een stoere Griekse god. Alle poppen hebben hoofden van klassieke
beelden, wat de opstelling spannend en absurd maakt,  maar ook de grenzen tussen kunst en mode onderzoekt.

Bernhard Willhelm en Jutta Kraus braken tien jaar geleden internationaal
door met een kinderlijke beeldtaal – dinosaurussen, paddestoelen, bloemen. Handwerktechnieken
als vervilten, breien en borduren pasten ze al toe voordat die een trend werden
in design en mode.

De expositie laat zien dat Bernhard Willhelm en Jutta Kraus hun
huidige werk – met name de vrouwencollecties – ruimtelijker en zwieriger zijn vormgeven
dan in het begin.  Kneuterig, arbeidsintensief
handwerk is vervangen door prints en de hippieachtige ‘tie & dye’-verftechniek.
Onveranderd is Bernhard Willhelms obsessie voor het goed gevulde mannenkruis. Hij
ziet zijn mannen het liefst in erotische en met kinderlijk genot ontworpen
speelpakjes. Al doen de man en de uitlaat anders vermoeden, plat of pikant is
het nooit.

EERDER GEPUBLICEERD IN NRC HANDELSBLAD EN NRC NEXT

Tentoonstelling Bernhard Willhelm & Jutta Kraus. Groninger
Museum, t/m 11 april, di-zo 10-17, vr 10-22 uur. Inl: www.groningermuseum.nl

Gerelateerde Artikelen:


Reageren is niet (meer) mogelijk.