Top menu

Elegantie op vies papier

Het boek vrouwenmode in prent laat twee eeuwen modegeschiedenis zien. Zelfs uit het ‘rampjaar’ 1906.

Marie-Jes Ghering – van Ierlant (79) zal het zelf nooit zeggen,
toch is ze een autoriteit op het gebied van modeprenten. Ze bezit een collectie
van zo’n 2000 stuks, binnen- en buitenlandse musea consulteren haar en van haar
hand verschijnen regelmatig publicaties . Haar nieuwste boek is Vrouwenmode in Prent. Het is een kloek overzichtswerk
met vanaf 1780 tot 1930 uit elk jaar één prent. En dat was lastig kiezen, als
je uit ieder jaar meerdere fraaie exemplaren bezit. Behalve uit 1906, wat
tijdens het maken even voor paniek zorgt. ‘Tsja, het is niet mijn favoriete
periode,’ verklaart Ghering het hiaat in haar verzameling. Toevallig duikelt haar
dochter ergens op een markt een elegante Edwardiaanse dame op.

Vanaf 1785 staan er modeprenten in het eerste modetijdschrift,
het Franse Le Cabinet des Modes. Voor
die tijd verschijnen kostuumprenten als losse uitgave of in series. Vooral afbeeldingen
van kapsels en hoeden zijn gewild. Eind zeventiende eeuw ziet Lodewijk de
Veertiende het belang in van prenten en propagandeert ze om interesse te kweken
voor de Franse mode-industrie. ‘Wíj zijn het met de bon goût, wíj maken de
mode!’, moet de uitvinder van stijl volgens Ghering hebben geroepen.

Even vurig als de Zonnekoning pleit Marie-Jes Ghering voor
de modeprent. Niet alleen omdat ze aan de hand van honderdvijftig illustraties twee
eeuwen modegeschiedenis gedetailleerd heeft kunnen documenteren. Als
‘grafiekfreak’ vindt ze het erg dat zo weinig mensen moeite doen om grafiek te
begrijpen. Het gaat immers om prachtig uitgevoerde prenten. Zeker over
modeprenten wordt vaak denigrerend gedaan. Ze opent haar boek, en wordt lyrisch
van de grijze wolkenpartij op een staalgravure van Jules David uit 1861. ‘Ga
nou eens na: al die lijntjes zijn gezet. Dit is heus meer dan zo maar een
zakelijk plaatje.’ Het verschil tussen een goede en slechte tekenaar? ‘Het is
grafiek, het moet goed in de koperplaat zitten. Handen mogen niet verkeerd staan.’

Ghering begint in de jaren zeventig ‘gewoon met lekker
verzamelen’. Modeprenten kent ze dan van haar ouders, die een dameshoedenzaak in
Tilburg hebben.

Telkens als er 1000 gulden in de spaarpot zit vertrekt ze
naar Parijs, de grootste prentenbron. ‘In één dag kocht ik me dan helemaal suf,
lacht Ghering. Langer dan een nacht kan de moeder van vier kinderen en vrouw
van een huisarts met een drukke praktijk niet weg. Eenmaal thuis na zo’n
uitspatting heeft ze geen idee wat ze allemaal heeft gekocht. Prachtig zijn de
prenten altijd. ‘Mijn moeder heeft mij geleerd: vorm en kleur. Dat gevoel zit
in me’, zegt Ghering.

In de achttiende eeuw tekenen kunstenaars als Desrais, Le
Clerc en Watteau, de modes in het Palais Royal, Bois de Boulogne of het
theater. ‘Er was toen niks anders, mensen moesten wel naar elkaar kijken’,weet Ghering.
Ze heeft flaneergedrag altijd interessant gevonden. Hoe men vroeger de laatste
mode ‘showde’ herinnert ze zich uit haar jeugd. ‘Elke zondag telde ik in de Heuvelstraat
waar wij woonden de drollenvangers.’

Ghering waardeert prenten buiten de mode en techniek, om de
weergave van de figuren. ‘Kijk die slanke figuurtjes van Dubucourt eens ontdeugend
lopen.’ Foeilelijk vindt ze een dame uit 1798. ‘Die houding! Vergelijk dat met
de vlotte prent van de boekcover, die dames dansen van de prent af.’

Voordat Ghering haar boek kan samenstellen moet ze talloze
modeprenten dateren. Dat is niet makkelijk omdat ze uit tijdschriften en ingebonden
boeken komen waar de handel vaak flink mee heeft geknoeid. Om het goede jaartal
te vinden heeft ze stapels soms eeuwenoude tijdschriften doorploegd op zoek
naar serienummers en andere aanwijzingen. Die zoektocht is een tijdrovende
klus. Gewapend met loep, brengt Ghering veel tijd door in musea,
prentenkabinetten en bibliotheken. ‘Een prent zonder datum is geen prent, je
kan er niets mee.’ Dateren valt alleen te leren door veel te zien. Kleine
details wijzen op nieuwe ontwikkelingen. ‘Joh, wat leuk,’ verkneukelt Ghering zich
terwijl ze een zeventiende eeuwse prent oppakt en hardop denkt. ‘Wat is er met
die schoenen? Er zit een strikje op. Het is eerst klein, de jaren daarna wordt
het langzaam groter, en groeit uit tot een rozet. Ook aan mouwen, hoeden en
natuurlijk het totale kostuum kun je dateren.’ De ruime marges waarmee musea prenten
gemakshalve dateren keurt ze af. ’Bijna alles noemen ze eerste, tweede, derde
of vierde kwart van de eeuw. ‘Je kunt er vaak 5 tot 10 jaar dichterbij komen.’

De artistieke kwaliteit van modegrafiek fluctueert, zegt Ghering.
Er verschijnt heel wat saai werk. Eind negentiende eeuw stopt een goede
generatie tekenaars, waaronder Jules David. De komst van het kleurrijke Ballets
Russes en de wereldtentoonstelling in Parijs in 1925 geven volgens Ghering de
prentkunst een positieve impuls. ‘De fauvisten schilderen met ongemengde felle
kleuren, prentenmakers haken daarop in met sjabloontechnieken.’ Uit die tijd komen de zeldzaamste stukken uit haar collectie, twee aquarellen van Paul Iribe, een
kunstenaar die de modeontwerpen van Paul Poiret fabelachtig vastlegt. Dat er
een paar vlekjes op de prenten zitten, deert Ghering niet. Van haar hoeven prenten
niet te schoon te zijn. ‘Je kunt zelfs beter vies dan spierwit papier hebben, anders
zijn het nadrukken en dus geen originele prenten.’

Heeft ze nog prenten in het vizier? ‘Nee, Ik ben 79, en stop
met kopen. Ik moet maar tevreden zijn met wat ik heb.’ Uitgeleerd is ze
allerminst. In het Rijksmuseum ontdekt ze nog steeds prachtige grafiek. Recent
nog negen ‘klappers’ met kostuumgrafiek uit de zestiende, zeventiende en
achttiende eeuw. Ghering vindt het
fantastisch. ‘In modeboeken staan altijd de zelfde prenten afgebeeld.’

Ze ziet er wel een publicatie in zitten.

EERDER GEPUBLICEERD IN NRC HANDELSBLAD

Vrouwenmode in Prent, modeprenten 1780-1930, uitgeverij
GheringBooks € 63,40.

Modeprenten van Marie-Jes Ghering zijn tot 6 januari te zien
in het Modemuseum Hasselt in België op de tentoonstelling ‘Les Elegantes’ en
tot 20 januari op ‘Modieus Vrouwenbeeld’ in Museum Kempenland Eindhoven.

Gerelateerde Artikelen:


Reageren is niet (meer) mogelijk.