Top menu

“Ik voorvoel de opkomst van een Dutch wave.” Interview met Catherine Baba

Cc20090053

Tijdens de afgelopen Amsterdam Fashion Week in juli, vierde  Lichting – het podium waar jong Nederlands modetalent zich presenteert aan hun toekomstig werkveld – haar eerste lustrum.Veertien ontwerpers toonden hun afsudeercollectie. De taak om de winnaar te selecteren was aan een internationaal panel met onder andere de Franse Catherine Baba, mode- en filmstylist en consultant. Hiernaast is ze bezig met het opstarten van een eigen modelabel. Baba adviseert modeontwerpers om vooral veel energie te steken in research. “Daarmee kunnen ze zich onderscheiden van andere ontwerpers.”

Wat waren je verwachtingen?

“Ten eerste wilde ik uit nieuwsgierigheid weten wat de toekomstige generatie modeontwerpers bezighoudt, en welke richting ze inslaan. Verwachtingen had ik eerlijk gezegd niet, het was ook voor de eerste keer dat ik aanwezig was bij een evenement waar niet één academie centraal staat, maar de crème de la crème van zeven academies. Ik heb het gadegeslagen met een virgin eye, en alles geabsorbeerd.”

Waar was je het meest van onder de indruk?

“Ik kon als het ware de vibratie voelen en ruiken en het was duidelijk welke richting iedere student was ingeslagen. Dat was verfrissend. Ik was onder de indruk van het niveau van de presentaties, dat was enorm hoog en erg concreet. Dat is erg belangrijk als je als pas afgestudeerde ontwerper op zoek gaat naar werk en je moet presenteren voor het hoofd van een ontwerpstudio of voor headhunters. Ideeën hebben is belangrijk, maar de meeste ontwerpers beschikken daar wel over. Waar het uiteindelijk om draait is een combinatie van presentatie, persoonlijkheid, uitvoering en portfolio. Uitleg kunnen geven is trouwens ook erg belangrijk, niet elk collectie spreekt voor zich.”

Als Lichtingpanellid heb je voorafgaand aan de show ontwerpers gesproken en hun portfolio’s gezien. Had dit invloed op je keus?

“Zeker. Vooral de visie en de collectie van de uiteindelijke winnares Sanne Scheper spraken me aan. Ik vond trouwens haar portfolio veel sterker dan haar collectie. Haar portfolio heeft mij sterk beïnvloed, meer dan haar kleding.”

Je bent stylist, ziet veel merken en ontwikkelingen, wat weet je over Nederlandse mode?

“Dat er een opkomende nieuwe ster is, al kan ik niet op haar naam komen. Oh ja, Iris van Herpen. Een tijdje terug zag ik in Parijs bij het persbureau Totem ook de collecties van de Nederlandse ontwerpers Steffie Christiaens en Ehud. Ik voorvoel de opkomst van een Dutch wave. Iris is het begin.
“Ik herinner me de eerdere Dutch Wave, begin jaren negentig, met onder andere Alexander van Slobbe. De Belgen maakten destijds meer indruk op mij. Opvallend, hoewel België en Nederland vlakbij elkaar liggen is de esthetiek heel anders.”

Welk advies zou je geven aan studerende ontwerpers?
“Ik zou zeggen duik diep in de research. Het maakt je anders dan andere ontwerpers. De research die ik bij de Lichtingkandidaten zag, had beslist meer diepgravend gekund. Mode gaat verder dan last seasons collection. De geschiedenis is er, gelukkig. En internet, dat is als een avenue – een toegangsweg – open voor iedereen.
“Ik denk dat verschillende soorten research – van films tot tentoonstellingen, hedendaags of historisch – erg belangrijk zijn om tot een goede collectie te komen. De geschiedenis van de mode is ook belangrijk om te leren en te ontdekken hoe we verder moeten. Op dat gebied vond ik de kennis bij alle studenten gelimiteerd. Een ontwerper als Madeleine Vionnet moet elke modestudent kennen, er is meer dan Raf Simons.”

Zouden Nederlandse ontwerpers in Nederland moeten blijven, en werken aan een carrière, of vertrekken?

“Ten eerste moet elk persoon zelf uitvinden waar ze het best op hun plek zijn, is dat New York, Parijs of Milaan dan móeten ze daar heen. Of ze blijven in Nederland.
“Ik heb alle Lichtingdeelnemers gevraagd voor welk modehuis ze het liefst zouden willen werken. Dat deed ik om een gevoel bevestigd te krijgen en om hun motivering te horen. Lanvin werd genoemd, het is ook een geweldig merk, maar de horizon is breder. Breder dan populaire modehuizen als Lanvin, Raf Simons en Dries Van Noten. Het verraste me dat niemand Prada noemde, dat is toch een vervolg op een mode-instituut, het is een laboratorium. Wil je als student verder op het gebied van research dan is Prada de ultieme plek.”

Wat kun je als stylist betekenen voor jonge ontwerpers?

“Als stylist houd ik er van om werk van jonge ontwerpers te mixen met gevestigde namen. Styling is tegenwoordig als een goochelact. Er zijn altijd beperkingen die deel uit maken van de baan. Bladen als Vogue, maar ook onafhankelijke grote tijdschriften als Dazed & Confused, hebben veel adverteerders waar stylisten verplicht mee moeten werken. Veel mensen weten dat niet, stylisten respecteren dat. Uiteindelijk is creativiteit hoe je met verschillende elementen tot iets komt.”

Kan een ontwerper die geen verkooppunten heeft maar wiens ontwerpen wel de bladen halen naam maken?

“Ehm, niet echt. Voordeel: publicaties zijn als een etalage, ze promoten werk, en je kunt er je een persboek mee maken en dat tonen aan potentiële financiers. Maar om puur en alleen foto’s te laten maken voor de beelden? Dat is niet hoe de industrie in elkaar steekt. En wil niet iedere ontwerper dat hun ontwerpen ook gedragen worden? Anders ben je als ontwerper niet serieus bezig is het….. fun, et voilà pourquoi pas? Structuur is belangrijk voor een ontwerper, en dat is vandaag de dag niet vanzelfsprekend. Wat dat betreft was er begin jaren negentig meer mogelijk.
“Internet maakt tegenwoordig dingen makkelijk en toegankelijk, echt geweldig, maar een nadeel is de overvloed aan informatie, daardoor gaat veel werk weer verloren. Zo kom ik terug op research, dat is zo belangrijk. De grootste uitdaging is als ontwerper in staat zijn om creativiteit en fantasie om te zetten in iets dat een consumentvriendelijk aspect heeft.”

Kijk voor meer informatie over Lichting op www.premsela.nl

Gerelateerde Artikelen:


Reageren is niet (meer) mogelijk.