Top menu

Modestudenten komen vaak van ver

De modestudenten op de Rietveld komen uit de hele wereld. Elk jaar verlaten tientallen jongens en meisjes hun land voor een modestudie in Amsterdam. Als springplank naar een internationale carierre, maar ook te genieten van onze easy going lifestyle.

Ze missen de Rietveld. De Koreaanse Hyun Yeu, de Duitse Kirsten Enkelmann, de Chinese Xuena He en de Macedonische
Aida Saracini studeerden met veel plezier mode aan de Rietveld academie.

De opleiding trekt studenten uit de hele wereld; Duitsland, Turkije, Singapore, IJsland, China, Letland, Zuid- Korea, Letland, Polen, Amerika en natuurlijk Nederland. Modeopleidingen zijn overal, waarom kiezen ze voor Nederland en uitgerekend voor de Amsterdamse Rietveld?

Anne-Grethe Filtenborg, hoofd mode, vertelt enkele redenen: het internationale karakter van de stad Amsterdam, de Amsterdamse easy going lifestyle, het verbreden van de horizon, de goede reputatie van Nederlandse vormgeving, de Engelstalige lessen en het financiële plaatje. Studeren in Nederland is goedkoper dan in Engeland of Parijs – al is dankzij een recente wet de studie voor mensen van buiten de EU duurder geworden. Nog een pré, het internationale karakter van de academie: “Op de Rietveld heerst een eigen wereld binnen de cultuur van Amsterdam. Dat maakt het bloedinspirerend. Je krijgt hier een andere visie dan op een school met louter Nederlandse studenten. Ik moet wel zeggen dat we ook heel blij zijn met de Nederlanders, maar de mix maakt het sterk.” Oja, Filtenborg weet nog een reden: “Als je het over mode hebt, heb je het over homoseksuele mannen. Studenten uit Azië of Oost-Europa komen hier uit de kast en worden hier meteen geaccepteerd.”

“Klopt”, beaamt de in 2007 afgestudeerde Koreaanse Hyun Yeu. Hij ontdekte Nederland via het modeblad Dutch en reisde zeven jaar geleden naar Amsterdam. Voordat Yeu (36) zich inschreef voor de Rietveld nam hij een kijkje bij de academies in Arnhem en Den Haag en het Amfi (Amsterdam Fashion Institute). De Rietveld beviel meteen. “Ik proefde een vrije sfeer die me aansprak.”

Xuena He (30) uit Beijing wist voordat ze zes jaar geleden verhuisde niets over Nederlandse
kunstacademies. In de Lonely Planet gids over België had ze gelezen over de Antwerpse Academie en ze kende de beroemde
Londense Central St. Martins. Eenmaal in Nederland, hoorde ze over de internationale Rietveld met Engels als voertaal, de keus – ze twijfelde tussen Den Haag en Amsterdam – was toen snel gemaakt. Op de Rietveld, met studenten uit de hele wereld, ervaarde ze vrijheid. Net als Hyun Yeu ze prijst de afwijkende manier waarop de Rietveld design benadert. Yeu:  “Op de Rietveld leerde ik ontwerper en kunstenaar zijn.”

Filtenborg is blij met de Aziaten. “Het zijn goede, interessante studenten.” Wel moeten ze soms wennen aan het persoonlijke Westerse onderwijs, iets wat Filtenborg aanvankelijk verbaasde, omdat de Aziatische studenten uit hoogontwikkelde culturen komen. “In Aziatische hoofdsteden hebben alle topmodeontwerpers winkels, ze zijn dus op de hoogte van
mode. Maar op de academie gaan ze thematisch om met mode, dat moet er uit worden gestampt. Op de Rietveld leren ze kijken in hun eigen cultuur. Het gaat er om dat iemand zichzelf ontdekt en een visie ontwikkelt en daar mode van maakt. Soms duurt het even voordat de noodzaak hiervan doordringt, maar op een gegeven moment valt het kwartje.”

Kirsten Enkelmann (30) komt uit het Duitse dorpje Lauenförde. Afgelopen zomer studeerde ze af, vier jaar geleden was ze nog
pilatesdocent en danseres. In die hoedanigheid zag ze al veel van de wereld voordat ze bleef hangen in Amsterdam. In Duitsland studeren wilde ze per se niet. “Het Duitse onderwijs is academisch, dat werkt niet voor mij.” Fijn aan de Rietveld vond ze de culturenmix: “Dat maakte de studie charmant.”

Zorgt dat lesgeven aan al die verschillende nationaliteiten nou nooit voor problemen? Filtenborg: “Nee, opdrachten zijn niet thematisch, er zitten meerdere doelen achter die breed zijn gesteld zodat iedereen bij een onderzoek in een proces kan komen. En, nee Nederlanders vinden de Engelse lessen niet erg. “Hun Engels is fantastisch!”

De afgelopen jaren verwelkomde Filtenborg ook studenten uit het Oostbloklanden. Aida Saracini komt uit het Macedonische Skopje. “Een interessante stad, maar toen ik daar in 2004 afstudeerde aan een kunstopleiding bestond er geen modestudie, ik moest naar het buitenland.” Het werd Nederland, omdat haar broer daar al woonde, en het werd de Amsterdamse Rietveld vanwege de conceptuele insteek van mode lesgeven. “Techniek leer je ook, maar de nadruk ligt op artisticiteit.”

De school, maar ook de stad brachten Saracini meer dan ze had verwacht. “Beide veranderden mijn leven. Ik ben nu open minded, omarm uitdagingen, en ben meer conceptueel gaan denken,”zegt Saracini die haar studie bekostigde met baantjes en een beurs van de Schuurman Schimmel-van Outeren Stichting. Terug in Oost-Europa kreeg ze een baan in de schoot geworpen. Of ze directeur wilde worden van een modeschool in Kosovo om er het nieuwe vak conceptueel ontwerpen te doceren. “Het is de eerste modeopleiding sinds de oorlog.” Rietveldstudenten hielpen een handje. “In die zin wordt voor Nederlanders de wereld ook groter. Het is geen eenrichtingverkeer”, zegt Filtenborg.

Onlangs startte Saracini met een Kroatische ontwerper een eigen label en in oktober opent een winkel in Pristina in Kosovo.

Xuena He, nu werkzaam in Amsterdam, hoopt ook in de toekomst iets te betekenen voor haar geboorteland. “China zal steeds meer zelf een grote modemarkt worden in plaats van vooral de fabriek te zijn waar alle wereldmerken hun kleding laten
produceren. Ooit krijgen we onze eigen topontwerpers en merken. Ik wil deel uitmaken van die moderevolutie.”

Hyun Yeu is klaar om de modewereld te veroveren.Afgelopen juli toonde hij zijn derde mannencollectie tijdens de Amsterdam Fashion Week. De reacties waren lovend. De Koreaan ziet Amsterdam als springplank naar Parijs of Milaan, hij legt uit waarom:“De markt in Korea wordt gedomineerd door Europese merken als Prada, en Gucci. Koreanen, maar ook Japanners, schatten alles wat uit Europa komt hoger in dan wat hun eigen land voortbrengt. Het doel van elke Aziatische beginnende ontwerper is showen in Parijs of Milaan. Dat wil ik ook met Amsterdam als uitvalsbasis.” Dus een modekoning worden in Korea zit er voorlopig in? “Dat is voor mij niet belangrijk. Als ik eenmaal een gevestigde naam ben in Europa kan ik mijn collecties in Korea verkopen.”

Aan zijn tijd aan de Rietveld Academie denkt Hyun Yeu met veel tevredenheid terug. Ooit hoopt hij – ‘als ik bekend ben’ – daar terug te keren als docent. Yeu ontvangt vanuit Korea  zo’n vier mails per week waarin landgenoten hem vragen of de Rietveld beviel? Of wat de beste school van Nederland is. Op die laatste vraag geeft hij nooit antwoord, wel doet hij graag een beetje pr voor zijn oude school, met tot gevolg nieuwe aanmeldingen.

“Ja,” verzucht Filtenborg: “We zijn heel populair in het buitenland, ik zou nu wel weer eens wat meer belangstelling van Nederlandse modestudenten willen krijgen. Vakmensen zien al hoe de afdeling de laatste jaren is veranderd, maar het duurt even voordat het bij alle lagen is doorgedrongen hoe de opleiding er voor staat. We zijn een modeafdeling in Amsterdam, maar
niet alleen voor de buitenlanders.”

RIETVELD MAATWERK

De modeafdeling van de Rietveld trekt niet alleen studenten vanuit de hele wereld. Docent Anne-Grethe Filtenborg is sinds drie jaar hoofd mode Gerrit Rietveld Academie.

Filtenborg is Deens en studeerde begin jaren tachtig als
mode-uitwisselingstudent aan de Rietveld. Waren er destijds geen goede
opleidingen in Denemarken? “Fantastische opleidingen! Maar ik was afgestudeerd
in textiel en kreeg een beurs om twee jaar in het buitenland te studeren. Ik
wilde mode doen, maar niet op dezelfde academie. Dat lag niet aan de kwaliteit
van het Deense onderwijs, ik wilde iets van de wereld zien. Volgens horen
zeggen zou het er op de Rietveld los aan toe gaan. “Er zou worden gefreakt en
je hoefde niet veel te doen. Nou dat bleek alles behalve waar”, zegt
Filtenborg. Hard gewerkt wordt er op de Rietveld nog steeds.

Het ene jaar trekt de modeafdeling vooral Duitse studenten,
een jaar later kunnen dat weer Polen zijn. Filtenborg vergelijkt het met
wisselende modetrends. “Ik merk dat we nu ontzettend populair zijn in
Zuid-Korea.”

Een deel van studenten is zij-instromer met een bachelor,
meestal zijn ze ouder dan de studenten die starten in het basisjaar. Na het
basisjaar volgen drie vakjaren. Een modeklas telt maximaal vijftien studenten,
ze worden individueel begeleid. Filtenborg: “Eigenlijk geven we maatwerk. Op de
Rietveld hebben we de luxe en het grote voordeel dat we als afdeling klein
mogen blijven. Mijn doel als docent is mensen intensief begeleiden zodat ze een
toekomst voor zichzelf kunnen creëren. Het risico van grote klassen is dat
studenten de verkeerde richting op worden gestuurd.”

Gerelateerde Artikelen:


, , , , ,

Reageren is niet (meer) mogelijk.