Top menu

Joseph Quartana: “Ik ben niet teleurgesteld in Nederlandse mode”

De Amerikaan Joseph Quartana is mede-eigenaar en inkoper van
conceptstore Seven New York. Met een
mix van vijfendertig edgy
designerlabels en gedurfde topontwerpers zet Quartana een uitgesproken aanbod
neer met merken als Raf Simons, Bernhard Willhelm, Gareth Pugh, Preen, Henrik
Vibskov en Juun J.

 Joseph Quartana over Lichting 2010, zijn definitie van Dutch Fashion en wat ontwerpers moeten
weten.

Waarom wilde je graag jureren voor de Lichting 2010 Prijs?

Omdat ik jureren leuk vind. Eerder werd ik als gecommitteerde
uitgenodigd door de Brusselse academie La
Cambre
en de University of Applied
Arts
in Wenen. Ik jureer vaak modewedstrijden zoals de Swiss Textiles Award en de Franse Andam Fashion Award. Natuurlijk was ik benieuwd naar Nederlandse mode. In New
York weten we – buiten Viktor & Rolf – daar weinig over. Ik kwam dus ook met
de bedoeling om Nederlandse mode te leren begrijpen.

 En, zie je potentie?

Langzaam vormt zich een idee in mijn hoofd over wat
Nederlandse mode is, en ik ben niet teleurgesteld. Ik heb in de loop der jaren
Nederlandse ontwerpers als Alexander van Slobbe and Saskia van Drimmelen voorbij
zien komen, maar ze bevielen niet genoeg om ze in te kopen. Ze kwamen en
gingen. Op dat moment kon ik ook niet mijn vinger leggen op waar Nederlandse
mode nou precies voor stond. Naar aanleiding van Lichting, en andere shows die
ik in Nederland heb gezien, zie ik Nederlandse mode als conceptueel, al kan het
zijn dat ik beïnvloed ben door een studentenshow als Lichting. Maar kijk naar
Viktor & Rolf, dat is het vertrekpunt van waar Dutch Fashion over gaat, conceptueler dan Viktor & Rolf vind je
het niet.

Nederlandse mode is serieus, en van wat ik heb gezien geen
“mode van het moment”. Ik wil niet zeggen dat het niet relevant is, het is meer
conceptueel dan dat het zich met trends bezighoudt, dat is aardig, omdat het
tijdloos is, net als Comme des Garçons.


Had je bepaalde verwachtingen van Lichting?

Ik verwachtte studentenmode, en dat was het. Omdat het om
bachelor studenten ging en niet om masters, heb ik mijn eisen een beetje
bijgesteld. De winnaar, Marije de Haan, waar Louise, Sara en ik op hebben
gestemd had een sterk, origineel concept dat klopte. Wel deed haar collectie me
lichtelijke denken aan de “gekraagde” shirts van Viktor & Rolf. Maar het is,
weet ik nu, moderne Nederlandse mode.

 Adviseer je pas
afgestudeerde ontwerpers om met hun afstudeercollectie langs winkels te gaan

Nooit. Ik wacht minstens drie collecties af. Ontwerpers
moeten eerst bewijzen dat ze overeind blijven. Ze moeten laten zien dat ze bestand
zijn tegen druk, volhoudend zijn en kunnen produceren. Het is heel belangrijk
voor een inkoper om te weten dat als ze een order plaatsten, dat deze geleverd
word. Eerlijk gezegd verliezen we anders geld. Dus: eerst minstens drie
collecties produceren, en dan praten we.

 Hoe belangrijk is het voor jou als een ontwerper al veel persaandacht
heeft gehad?

Daar houden inkopers van. En eigenlijk is dat nog een
criterium om iemand in te kopen. Ik koop een merk uitsluitend in als ik er 110%
zeker van ben dat een merk of ontwerper veel pressbuzz heeft en werkt met goede
redacteuren en stylisten. Die factoren reduceren mijn risico. Weet je, we zijn
een soort kraamkamer. En in deze waardeloze crisistijd wil ik er zeker van zijn
dat de grotendeels gedurfde labels die ik inkoop winstgevend zijn.

 Stel de verkoop van een merk valt tegen, wat beslis je dan?

Ik ga door en probeer het altijd twee of drie seizoenen. Ik
kan immers ook het verkeerde uit de collectie hebben ingekocht. Loopt het na
drie seizoenen nog niet dan stop ik, want dan ligt het niet aan mij.

 Speelt de persoonlijkheid van een ontwerper een rol voor jou als
inkoper?  

Zeker. Ik wil alles over ze weten! Wat ze denken, de
bedoeling van hun collecties, van welke muziek ze houden, alles doet er toe. Ik
koop geen ontwerper in als ik hem of haar niet mag, of het ergens niet mee eens
ben. Van alle vijfendertig merken die ik verkoop, ken ik op één of twee na de
ontwerpers. Ik ga met ze uit eten en ik moet ze gewoon als mens vertrouwen.

 Als inkoper investeer je dus in ontwerpers en merken.

Er is sprake van loyaliteit. Als ik achter een merk sta, dan
verkoop ik het minstens drie seizoenen. Ondertussen lenen we kleding uit aan de
juiste stylisten en redacteuren. Dat doen we allemaal voor het merk zodat we er
later uiteindelijk samen geld aan verdienen. We werken als – gratis –  pr
agency
. Het is dus een enorme belediging als de ontwerper waarmee ik werk opeens
aan mijn belangrijkste concurrenten Opening
Ceremony
, Oak of If Boutique Inc verkoopt. Dat komt voor
ja, de samenwerking is dan voorbij.

 Wat zouden beginnende
ontwerpers nog meer moeten weten?

In het algemeen: dat ze op zijn minst in elke grote
wereldstad moeten verkopen aan een goed warenhuis en een goede conceptstore.
Begin met zo’n twintig of dertig verkooppunten, dat is een behapbaar productieniveau.
Groei samen. Eenvoudig toch?

 Jij ziet regelmatig modewedstrijden en collecties van prille ontwerpers,
is er sprake van bepaalde ontwikkelingen?

Studentencollecties zijn nooit trendsettend. De mannencollecties
die ik de laatste twee, drie jaar zag waren vreemd genoeg innovatiever dan vrouwenmode.

Sinds een paar jaar zie ik hoe Bernard Willhelm de wereld
van design beïnvloedt, hij heeft een soort denkstroming veroorzaakt.

Geen idee hoe het in Nederland is, maar bij veel van de
wedstrijden die ik jureerde zag ik door Bernhard Willhelm beïnvloede
ontwerpers, hij is mijn favoriet en is een groot genie.  Hij heeft het pad geëffend. Hij moet een
enorm incasseringsvermogen hebben want sommige ontwerpen die hij presenteert
zijn gewoon hilarisch. Mensen steken de gek er mee aan, maar hij blijft er
gewoon mee doorgaan want het is wat hij wil doen. Hij is geweldig!

Gerelateerde Artikelen:


Reageren is niet (meer) mogelijk.