Top menu

Héél veel tule. Wie wil het nog?

Vorige week was ik in Parijs. Daar werd niet alleen de spring summer 2018 Haute Couture gepresenteerd, maar ook pre-fall 2018 collections en onbetaalbare haute joaillerie.

Het showen van dure couture is sinds de jaren vijftig een hachelijke zaak. Sinds de jaren zestig staat mode immers in het teken van jong, snel, hip en vooral betaalbaar. Wie wil er dan nog kostbare couture?

Toch hebben couturehuizen kennelijk nog bestaansrecht, er is immers een halfjaarlijkse Parijse couture week (van 4 dagen) met op de officiële Parijse Haute Couture Kalender de namen van 11 couturehuizen, bijna allemaal Frans. Wat ze tonen is op een enkele uitzondering na vrij voorspelbaar (denk ‘prinsessenjurkerig’) met als dieptepunt/hoogtepunt (kies zelf) de tule hopen van Giambattista Valli. Al blijft natuurlijk dankzij die couturehuizen wel het vakmanschap van naaisters, hoedenmakers en borduurateliers behouden. Zelfs die Valli’s zijn schitterend gemaakt.

Tijdens de couturedagen komt de moderniteit meestal niet van de couturehuizen, maar van de zogenaamde en membres correspondants, dat zijn er 3 en dan zijn er maar liefst 18 membrès invités waaronder Iris van Herpen en Ronald van der Kemp. Deel twee van dit artikel volgt later…

 

Gerelateerde Artikelen:


Reageren is niet (meer) mogelijk.