Top menu

Echt alles over Azzedine Alaïa (†) lees je hier

Vrouwen begerenswaardig en opwindend kleden. Daar hield de op 77-jarige leeftijd overleden Frans -Tunesische modeontwerper Azzedine Alaïa van. ‘Ik vind dat vrouwen een opstootje moeten veroorzaken, ze moeten gezien worden.’ In 1985 droeg Grace Jones een van de meest spannende jurken uit de modegeschiedenis: een jurk als een tweede huid die van voren van taille tot knie sluit met een veter.

Eind 2011 opende in het Groninger Museum Alaïa. Azzedine Alaïa in the 21st Century, een retrospectief van tien jaar Alaïa. Grace Jones spraakmakende topstuk ontbrak, dit ontwerp werd in 1997/1998 al geëxposeerd in het zelfde museum bij een overzicht van Alaïa’s werk uit de jaren tachtig en negentig. Met succes, die expositie trok 70.000 bezoekers. Mark Wilson was destijds curator in Groningen en was ook de man achter het retrospectief. Hij legde uit waarom het in 2011 hoog tijd was voor weer een Alaïa-expositie. “De laatste acht jaar was Alaïa’s productie bijzonder hoog, ook heeft hij sinds Groningen nergens anders meer solo geëxposeerd, aanvragen weigert hij categorisch.”

Dat Alaïa koos voor Groningen, of all places, kwam volgens Wilson door de band die beide mannen de afgelopen vijftien jaar opbouwden en door hoe hij als curator kijkt naar Alaïa’s werk. “Ik beschouw hem als beeldhouwer. Ik ben niet geïnteresseerd in mode, ik kies mensen die conceptueel werken, zoals Viktor & Rolf, Hussein Chalayan en Iris van Herpen. Bij zulke ontwerpers gaat het niet om mode, maar om vakmanschap.”

In Groningen waren maar liefst twee zalen gewijd aan lichaamsvolgend breigoed. Alaïa’s bijnamen zijn dan ook de King of Cling en Master of knitwear. Hij mag zo dan wel bekend staan bij de mode-incrowd, bij een groot publiek is Alaïa zeer zeker niet zo’n klinkende naam als Prada, Chanel, Dior; luxelabels die zich aan de lopende band in de kijker spelen met nieuwe parfums of accessoires. Azzedine Alaïa heeft zich jarenlang afzijdig gehouden van marketingstrategieën. “Hij showt alleen als hij klaar is, en niet omdat de Parijse showkalender dat bepaalt”, zegt Wilson.

Constant in de belangstelling staat Alaïa dus niet, maar echt weg is hij nooit geweest, benadrukt Mark Wilson. Sterker nog: “Hij is de afgelopen jaren zelfs iets meer bereid mee te doen aan het modesysteem.” Wilson doelde op de samenwerking die Alaïa in 2000 aanging met de Prada Group.

De Italianen kochten de rechten op zijn naam en hielpen hem onder meer met het op poten zetten van een lederwarenproductie. Het gaf het label Azzedine Alaïa een fikse boost. In 2007 had Alaïa voldoende verdiend om zijn naam terug te kunnen kopen van Prada. Later in het zelfde jaar nam de luxegoederengroep Richemont Group (Cartier, Van Cleef) een aandeel in zijn modehuis zodat het verder kon groeien. Er is namelijk veel vraag naar Alaïa’s discrete luxe die beschaafd afsteekt bij de dominante logo’s van Louis Vuitton en de gladde chic van Gucci.

Alaïa’s ontwerpstijl was de afgelopen decennia nauwelijks veranderd, constateerde ook curator Mark Wilson die ik in 2011 sprak. Onlangs zag hij video’s van Alaïa’s eerste shows vanaf 1984. “Er was geen sprake van schokkende ontwikkelingen. Het gaat om subtiliteiten. Alaïa komt telkens terug op hetzelfde, ontwikkelt techniek en tilt dat naar een hoger niveau.”

Alaïa’s ideale vrouw is vrouwelijk en glamoureus. Zo zag hij ze voor het eerst als kind in oude Hollywoodfilms, zoals de musical The Great Ziegfeld uit 1936, met glamourkostuums van zijn favoriete ontwerper Adrian.

Statussymbool is een typisch Alaïa-jurkje met aansluitend lijfje waarvan de rok uitwaaiert vanaf de heup tot kniehoogte, afhankelijk van de stof, kost het tegen de 3000 euro.

Azzedine Alaïa was 77 jaar geleden geboren in Tunesië, in Tunis. Daar studeerde hij beeldhouwkunst aan de kunstacademie, in zijn vrije tijd maakte hij kleding. Zijn fascinatie voor Parijs en mode bracht hem in 1957 naar de Lichtstad. Het was de tijd dat de jonge Yves Saint Laurent en Karl Lagerfeld daar hun eerste collecties ontwerpen. Een kennis bezorgde hem een baan bij Christian Dior. Alaïa, werkt er slechts vijf dagen omdat hij als Tunesiër geen werkvergunning kreeg.

Zijn weldoenster begin jaren zestig was gravin Nicole de Blégiers, bij wie hij vijf jaar inwoonde en die hem beschermd tegen vreemdelinghaat door hem woonruimte te bieden en een plek waar hij zijn klanten kon ontvangen.

Cruciaal voor zijn verdere loopbaan was ook Louise de Vilmorin, bekend dichteres, vriendin van schrijver en cultuurminister André Malraux. Zij lanceerde Alaïa binnen de Parijse culturele elite. Hij kleedd de aristocratie, zoals de rijke bankiersvrouwen van de Rothschild-dynastie, maar ook de oude filmdiva Greta Garbo en de Franse actrice Arletty.

Na jarenlang anoniem maatwerk voor voornamelijk society dames, kwam de doorbraak begin jaren tachtig. Ruim twintig jaar na zijn aankomst in Parijs presenteerd Alaïa in 1981 zijn eerste prêt-à-portercollectie vol outfits van spannend zwart leer diepe uitsnedes. Hij lanceerde de strakke jersey nauwsluitende body en comfortabele stretch leggings.

Welgevormde topmodellen in opkomst als Cindy Crawford, de Nederlandse Linda Spierings, Elle McPherson (bijnaam: The body) en Alaïa’s ontdekking, de dan zestienjarige Naomi Campbell, fungeerden met hun volmaakte figuren als wandelende visitekaartjes. In een interview ontkende de ontwerper dat zijn jurkjes alleen maar staan bij ranke modellen. Volgens hem zijn de stretchjurken met figuurcorrigerend effect en ‘ingebouwde’ bustiers juist geschikt voor de ‘ronde’ vrouw. “Ik ontwerp niet voor een seizoen, maar ik ontwerp voor het lichaam.”

Ludiek in 1991, was Alaïa’s samenwerking met de Franse prijzenknaller Tati. Beide voerden als handelskenmerk het roze/witte Brigitte Bardot-ruitje. Alaïa vergrootte het patroon, en zette het op spotgoedkope Tati-tassen en kleding. (Het was dus niet H&M die als eerste goedkope keten een topdesigners inschakelde.)

In de jaren negentig verdween Alaïa uit de modebladen. Na het door hem zo populair gemaakte strakke zandlopersilhouet volgde rechtvallende, lossere kleding. Echter, fans en inkopers bleven bestellen bij de kleine Tunesiër, die altijd gekleed gaat in een Chinees Mao-pak, en zochten hem op in zijn gigantische studio/showroom op nummer vijf van de Parijse Rue de Moussy, waar inmiddels ook zijn winkel zit en waar hij woont en drie luxe gastenverblijven verhuurt.

Het label Azzedine Alaïa hangt wereldwijd in de allerbeste warenhuizen, waaronder het Amerikaanse Bergdorf Goodman, het Britse Harvey Nichols en in Parijs bij Le Bon Marché.

Tot op hoge leeftijd was Alaïa een harde werker die ’s morgens rond tien uur begon en doorgaat tot twee uur ’s nachts. Veel werk verzette hij zelf. Hij liet schetsen niet uitwerken door anderen, maar maakte zelf alle patronen, sneed en drapeerde stof.

Het luxelabel Dior – in 2011 naarstig op zoek naar een opvolger voor de plotseling ontslagen John Galliano – benaderde Alaïa, die zonder nadenken de baan afsloeg.

 

Gerelateerde Artikelen:


,

Reageren is niet (meer) mogelijk.