Top menu

Judith van Vliet: “De tijd van trend na trend is voorbij”

Judith van Vliet ging twee jaar na haar afstuderen aan de Hogeschool voor Kunsten in Utrecht aan de slag met duurzaamheid. Voor Zen by Sen ontwerpt ze duurzaam geproduceerde yoga-leggings.

Afgelopen jaar presenteerde ze onder haar eigen naam de collectie Raw Materials, waarmee ze mensen meer bewust wil maken van de moeite die het kost om materialen zoals stof voor kleding te ontwikkelen en te produceren. Volgens van Vliet zijn de meeste mensen zich hier nauwelijks van bewust. Judith van Vliet is te koop in Utrecht bij Puha.

Waarom kwam duurzaamheid pas na je studeren in beeld?

“Tijdens en na de academie was ik meer bezig met artistieke ontwikkeling en hoe op te vallen en creatief te zijn binnen het modestysteem. Op de academie werd wel aandacht besteed aan duurzaamheid en technologie. Van Joost Post leerde ik dat katoen tijdens de productie zuipt als een gek. Maar ik ben me er pas later meer in gaan verdiepen. Het omkeerpunt kwam in 2014 toen ik een collectie ging maken met accessoiresontwerper Chris van den Elzen, het zette me aan het denken over dingen als: ‘wat wil ik nu echt bereiken’?  Tegelijkertijd begon ik met mijn schoonzus Sandra Botman – zij is docent, en yogi – Zen by Sen, een duurzaam yoga modemerk met leggings. Hier sta ik heel erg achter.”

Dat klinkt wel als een gat in de markt?

“Sandra miste echt een legging die super goed zat en niet afzakte, met mooie prints en het liefst duurzaam. Je zag twee jaar geleden alleen grijze en zwarte leggings, soms met een simpel printje, maar altijd saai, en ze werden snel vaal. Als grapje vroeg ze of ik er niet een kon ontwerpen en maken. Toen ben ik het label gestart en op zoek gegaan naar stof.”

Is er tegenwoordig genoeg keus wat betreft duurzame stof?

“Nee, ik ontdekte op internationale beurzen zoals de Franse Première Vision dat nog steeds negenennegentig procent van het stoffenaanbod niet duurzaam is. Ik vond het destijds – en nu nog – erg moeilijk om gerecyclede stoffen te vinden. Het aanbod is biokatoen en er is een aantal leveranciers met stof van petflessen of plastic, maar veel gerecyclede stoffen zijn er niet. De vraag wordt wel steeds groter, en dat merken stoffenproducten ook.

“In Italië vond ik een fabrikant gespecialiseerd in polyamide van gerecyclede visnetten en resten uit de tapijtindustrie. Van het afval wordt een gladde witte stof gesponnen. Omdat de stof moet rekken laat ik er elastaan aan toevoegen.

Opvallend zijn de fel gekleurde prints, is dat niet milieu-onvriendelijk?

“Uiteindelijk wordt de witte stof helemaal digitaal geprint. Ik heb ontdekt dat dit een stuk milieuvriendelijker is dan ‘gewoon’ drukken waar veel water voor nodig is. Digitaal printen gaat via hoge EU-standaarden, de verf bevat wel iets van chemicaliën, maar dat percentage is heel laag, en het is beter dan traditioneel drukken. Nog een voordeel van digitaal printen is dat het kan met felle kleuren. Dat maakt onze leggings anders. Ook de fitting, de broek zakt niet af, is heel fijn.”

De stof die ik nu heb is ideaal en ik zoek nu stof voor shirts. Daarvoor wil ik wel biokatoen gebruiken want dat draagt prettig. Zen By Sen is er ook voor mannen en kinderen en wordt online verkocht aan particulieren, met hier en daar een winkel. Maar ik krijg steeds vaker aanvragen van winkels.”

Je eigen label is nu ook duurzaam, vertel.

“Omdat ik bezig was met duurzaamheid wilde ik dat doortrekken naar mijn eigen label en nog een keer knallen met een conceptuele collectie waarmee ik het verhaal vertel over duurzaamheid. Afgelopen heb ik Raw Materials gepresenteerd tijdens de Fashion Week en de Sustainable Fashion Week. Ik wilde laten zien hoeveel moeite het kost om duurzaam te produceren, iets dat andere ontwerpers niet laten zien.

“Het weefproces liet ik bijvoorbeeld zien aan de hand van een tasje als mini-weefgetouwtje met draden die uitlopen in een stukje stof en een hengsel van gesponnen wol. De ontwerpen sloten aan bij mijn ontwerpstijl, die is vrouwelijk en stoer met grafische belijningen en vormen.”

Vind je dat over het algemeen modemerken goed bezig zijn met duurzaamheid?

“Wel steeds meer. Alleen merk ik wel dat de grote ketens duurzaamheid gebruiken als marketing- en publiciteitstunt, terwijl ze maar een fractie, zo’n vijf procent, aan duurzaam materiaal produceren. Vaak van een slechte kwaliteit, waardoor mensen de kleding alsnog snel weggooien.”

Zijn er winkels die open staan voor Nederlands modetalent?

“In Utrecht verkoop ik bij Puha, ze verkopen alleen Nederlandse ontwerpers. Maar het is lastig verder, bijna alle winkels kiezen bekende merken omdat klanten afkomen op naamsbekendheid. Verder zijn mensen nu eenmaal gewend aan de verleidelijke goedkope ketens. Ze geven niet snel meer veel geld uit aan mode die het waard is.”

Heeft Nederland volgens jou genoeg duurzame initiatieven op het modevlak?

“Je moet er echt naar zoeken, het is een beetje een ons kent ons wereldje. Net als de modewereld, die is kleiner dan je in eerste instantie denkt. Annemieke Koster begon Enschede Textielstad, ze weeft bijvoorbeeld gerecyclede denimstof. De derde editie van de Dutch Sustainable Fashion Week vond vorig jaar plaats en wordt steeds groter, en is meer dan een show alleen, door heel Nederland organiseren ze duurzame evenementen.”

Met Zen by Sen maak je een kant-en-klaar product dat mensen willen hebben. Maar als ontwerper zal het een stuk lastiger zijn om afzet te vinden?

“Ja, ik ben blij dat ik bezig ben met Zen by Sen. Voor ik zelf weer een collectie presenteer wil ik echt een goed concept hebben uitgeschreven. Ik praat daarom veel met mensen om te weten waar ze naar op zoek zijn, en vraag wat ze missen in winkels. Het antwoord is vaak tijdloze spullen die lang meegaan. De tijd van trend na trend na trend is voorbij. Mensen willen een goede broek en een goede jas. Hoewel designers tijdens het ontwerpproces altijd wel beïnvloed raken door het tijdsbeeld, maar aan tijdloze producten is altijd behoefte.

“Als ontwerper is het flink hard werken, je kan wel mooie dingen maken maar je moet ook opvallen, contacten opbouwen en onderhouden en continue overal achteraan zitten en daarnaast nog tijd vinden om creatief te zijn en je te ontwikkelen als ontwerper. Je moet wel héél erg professioneel zijn. Er zijn slechts een aantal subsidies die jaarlijks worden toegekend, en in de Nederlandse mode-industrie is niet veel werk terwijl er veel mensen afstuderen.”

Gerelateerde Artikelen:


, ,

Reageren is niet (meer) mogelijk.