Top menu

Loulou de la Falaise (1984-2011)

Loulou de la Falaise, sieradenontwerper en dertig jaar rechterhand van Yves Saint Laurent, is zaterdag overleden na “een longziekte,” aldus een woordvoerster van de Fondation Pierre Bergé Yves Saint Laurent. De la Falaise werd in 1948 geboren als Louise Vava Lucia Henriette de la Falaise in Londen Haar vader was graaf Alain de la Falaise, schrijver en vertaler. Moeder Maxime Birley, model, schrijfster en stofontwerpster. Dochter Loulou werkte ook einde jaren zestig in New York, als stoffenontwerpster voor onder andere de Amerikaanse Halston.
In 1972, op haar vierentwintigste, werd de Frans-Ierse aangenomen door Yves Saint Laurent, dan een grote ster. Als stille kracht stelde ze kledingcombinaties voor, ontwerp knitwear en sieraden. De la Falaise en Saint Laurent deelden dezelfde smaak, beide hielden van dezelfde felle, met elkaar knallende kleuren, van etnische kunst en alles wat Marokkaans was.
Voor de fantasiejuwelen van Yves Saint Laurent gebruikte ze allerlei materialen van glas, hout, brons, parels, gebreide gouddraden tot koraal. De sieraden die ze onder eigen naam bedacht waren eveneens conversation pieces, aandachttrekkende stukken, vaak met grote onregelmatige stenen. “Het is handwerk, het heeft magie daarom. Het is niet fake, het heeft een ziel.”
De la Falaise ging altijd flamboyant gekleed– nu zouden we de zigeunerachtige stijl ‘bohemian chic’ noemen. Haar levenshouding was: “Het gaat er om je eigen schepping te zijn, je moet een persoonlijkheid zijn.”
Als in 2002 Yves Saint Laurent aankondigt dat hij stopt met couture, komt er ook een eind aan de loopbaan van zijn rechterhand en muze.
De afgelopen jaren ontwierp ze accessoires voor het Amerikaanse televisiekanaal Home Shopping Netwerk, en uitgesproken sieraden voor de Amerikaanse ontwerper Oscar de la Renta. Afgelopen juli presenteerde de la Falaise haar laatste collectie tijdens de Parijse couturedagen. Haar laatste werk maakte ze voor het volgend jaar te openen museum in Marrakech, de voormalige werkplaats van de schilder Jacques Majorelle, in de Jardin Majorelle, de tuin die hoorde bij de villa van Yves Saint Laurent en Pierre Bergé. Het museum is gewijd aan de Berber cultuur, en een initiatief van de Pierre Bergé-Yves Saint Laurent Foundation. De la Falaise was getrouwd met Thadée Klossowski, schrijver en zoon van de beroemde kunstenaar Balthus.

Eerder gepubliceerd in NRC Handelsblad.

Interview met Loulou de la Falaise voor Elsevier Stijl.

Dertig jaar lang was ze de creatieve rechterhand van Yves Saint Laurent. Exclusief interview met Loulou de la Falaise in Parijs. Deze week in Elsevier Stijl

“Mijn oma was een mooie excentrieke Ierse. Ze woonde in Londen en reisde veel, naar India, Egypte, Java. Altijd kwam ze terug met bijzondere stoffen. In Parijs liet ze daar Elsa Schiaparelli kleding van maken. Mijn moeder werkte toen, eind jaren veertig, in Schiaparelli’s winkel, samen trouwens met Hubert de Givenchy die elke dag gek werd van die veeleisende Schiaparelli.”

Als Loulou de la Falaise aan het woord is, dan rolt de twintigste-eeuwse modegeschiedenis voorbij. Zelf was ze dertig jaar lang de stille kracht achter de in 2008 overleden Yves Saint Laurent. Het interview vindt plaats in zijn voormalige salon aan de Avenue Marceau, waar nu de YSL archieven en een expositieruimte zijn. Pierre Bergé, YSL’S voormalige partner en zakenbehartiger, nu kunsthandelaar en invloedrijke Fransman, houdt er kantoor.

Zodra Bergé en De la Falaise elkaar zien, omarmen ze elkaar, hun band is diep. Beiden maakten de afgelopen decennia hetzelfde mee. De la Falaise als rechterhand van de modegod, en sieradenontwerpster. En muze. Maar daar zal het gesprek niet over gaan. Het woord alleen al. Muze, dat staat immers voor een glamoureus, en vaak passief persoon. De la Falaise was allerminst passief, een talentvolle sieradenontwerpster en harde werker, dat was ze altijd, en is ze nog steeds.

Ze werd in 1948 geboren als Louise Vava Lucia Henriette de la Falaise in Londen  Haar ouders  – vader graaf Alain de la Falaise, schrijver en vertaler, moeder Maxime Birley, model, stofontwerpster, schrijfster – waren net als grootmoeder bijzondere, en inspirerende creaturen. De la Falaise trok een les uit hun levenshouding. “Het gaat er om je eigen schepping te zijn, je moet een persoonlijkheid zijn.” Dat is ze met haar warrige korte haardos en theatrale motoriek. Om bijna elke vinger pronkt een forse etnische ring, flinke armbanden om de polsen, om de nek een kleurige gestreepte sjaal. Verder draagt ze een basic zwarte jeans en een sportief jasje. “Het gaat om tegenstellingen, daaruit ontstaat iets nieuws. Tsjak! Knipt ze met de vingers.

Momenteel legt ze de laatste hand aan haar sieradencollectie die onlangs tijdens de Parijse couturedagen werd gepresenteerd. Haar sieraden omschrijft ze als conversation pieces, aandachttrekkende stukken, vaak met grote onregelmatige stenen. Als kind waren stenen al haar fascinatie, ze had een grote collectie, speelde ermee. Het liefst legde ze de stenen neer in de vorm van rivierbeddingen. “Ik ben altijd gek geweest op rivieren, vanwege het stromende water dat kleuren reflecteert, net als edelstenen.” Die glans, de asymmetrie van een bedding, het komt terug in haar werk.

Als tiener wordt De la Falaise naar oma in Amerika gestuurd. “Eigenlijk nooit geweten waarom,” mompelt ze, “het is ook beter dat niet te weten, denk ik.” Spottend: “Oma had bedacht dat ik balletdanseres moest worden. Belachelijk! Bijna zeventien was ik al, dus dat was godsonmogelijk.”

De la Falaise reist terug naar Londen. Daar wordt ze als opvallende geklede beauty – nu zouden we die zigeunerachtige stijl ‘bohemian chic’ noemen – gevraagd als stylist van Queen magazine (later Harper’s Queen). Tijdens de geweldige jaren zestig “alles was zo fris”, ontmoet ze haar eerste man, een Ier. Ze trouwen en verhuizen naar Cork. In Ierland verveelt de levenslustige Loulou zich, en ontdekt dat hij niet de ware is. Een scheiding en verhuizing naar Parijs volgen. Daar stelt een kennis de mooie Frans-Ierse in 1968 voor aan Yves Saint Laurent, dan al een grote ster. Ze worden vrienden.

Rusteloos als ze is, verkast ze voor vier jaar naar New York. Ze gaat daar net als haar moeder aan de slag als stoffenontwerper.“Mijn moeder werkte altijd in opdracht, ik niet, ik verzon dingen die ik voorstelde aan ontwerpers zoals Halston, ik heb dat zo mijn hele leven gedaan.”

In 1972, op haar vierentwintigste, gaat ze terug naar Parijs. Pas dan begint haar samenwerking met Yves Saint Laurent. Als rechterhand stelt ze kledingcombinaties voor en begint uit eigen beweging met het ontwerpen van knitwear en sieraden. Stimulerend vond ze de vele creatieven die langs kwamen en allerlei technieken beheersten, zoals het breien van goud. “YSL was als modehuis erg open minded, iedereen die iets kon, mocht zijn werk laten zien. Dat was bij andere ‘snobistische’ couturehuizen beslist niet het geval.”De sfeer binnen het modehuis was familiaal. Eén wet was er wel: wat binnenkamers gebeurde laten uitlekken was verboden. “Dan lag je eruit! Niemand mocht zeggen wie nu weer door de hond was gebeten, haha.”

De la Falaise en Saint Laurent deelden dezelfde smaak, beide hielden van dezelfde felle, met elkaar knallende kleuren, van etnische kunst en alles wat Marokkaans was. Ze reisden veel, nooit met de intentie om inspiratie op te doen. “Nee, we gingen reizen en déden inspiratie op. Dat is iets anders. Bij reizen om inspiratie mis je het beste deel!”

Hun werkrelatie typeert ze als volgt:“Werken met Yves was alsof je een ezel de heuvel op moest duwen”, zegt ze bulderend van het lachen. Ze maakt duwbewegingen, imiteert met een lage stem YSL stem: “Oeoeh, ik kan het niet, ik háát mode. Hup kom op! zei ik dan. Ik was altijd de come-on girl. Come on, kijk eens hier, wat een mooie stof. Elke dag weer.” Niet dat dit een last was hoor, benadrukt ze. “Anders zou het uitputtend zijn geweest.”

In 2002 kondigt Yves Saint Laurent aan dat hij stopt met couture. De la Falaise zag het aankomen. “Hij klaagde al lang, hij trok het niet meer.” Ze legt uit wat het leven van haar vriend opeens zo zwaar maakte. De kwade genius was Tom Ford die in 1999 nadat Gucci (Ford werkte voor Gucci) het modehuis Yves Saint Laurent opkocht en Ford de YSL ready-to-wearlijn ging ontwerpen. Saint Laurent kan dat niet verkroppen, bovendien vind hij Ford als persoon erg vulgair, en zijn sexy ontwerpen noemt hij als fashion porno.

“Yves voelde zich… gedegradeerd. Terwijl hij nog leefde moest hij toezien hoe iemand anders voor “zijn” label werkte. Dat is pijnlijk voor zo’n beroemd iemand die voor een moderevolutie had gezorgd. Vergelijk het als iemand die de Warhol studio binnenloopt en Warhols gaat maken.”

Van de dertig jaar dat Loulou de la Falaise voor YSL werkte, beschouwt ze begin jaren tachtig als de interessantste voor haar ontwikkeling als ontwerpster. “Toen beheerste ik de materie en had ik een stijl. Mijn sieraden waren echt anders dan alle andere fantasiejuwelen. Ik gebruikte allerlei materialen van glas hout, brons, parels tot koraal.”

Een standaard sieradenontwerpster is ze nog steeds niet, en alle sieraden zijn uniek. “Het is handwerk, het heeft magie daarom. Het is niet fake, het heeft een ziel.”

Yves Saint Laurents trieste einde als couturier maakte automatisch een eind aan de loopbaan van De la Falaise. Andere YSL-werknemers, die het vertrek van de couturier niet hadden zien aankomen, waren geschokt. “Ze vonden zijn beslissing oneerlijk, pensioenen liepen opeens gevaar.” Daarna werd Saint Laurent ziek, zijn overlijden in 2008 was een klap. “Ik was altijd de dappere, zei altijd ‘prima’ als mensen vroegen hoe het met me ging.” Geëmotioneerd: “Ik was altijd zó druk met flink zijn, dat ik niet eens door had dat het niet ging.” Ondertussen werkte De la Falaise aan de kledinglijn die een fabrikant haar in 2003 had aangeboden, en  bestierde haar accessoirewinkel in rue Cambon. Beide eindigden, waren niet winstgevend. “Ik ben geen zakenvrouw, ik moet creëren.”

Ze is nu klaar voor een nieuwe start. Ze verkocht haar prachtige loft in Parijs, de stad die na vijfendertig jaar niet langer haar basis is. Een grote verandering, en een mooi excuus om dingen anders te doen. De la Falaise reist weer veel, soms naar Ierland, het land van haar voorouders, veel naar Italië, naar haar tweede man, Thadée Klossowski, schrijver en zoon van de beroemde kunstenaar Balthus, met wie ze een dochter heeft. In Amerika komt ze maandelijks sinds ze drie jaar geleden accessoires ging ontwerpen voor het televisiekanaal Home Shopping Netwerk. Voor de Amerikaanse legendarische ontwerper Oscar de la Renta ontwerpt ze uitgesproken sieraden, kettingen met grote kristallen, geplisseerde bronzen armbanden. “Er zijn veel ontwerpers nu die opeens sieraden willen”, valt haar op. Het gaat weer goed met Loulou de Falaise.

“Had je nog een vraag? Ik moet mijn tas pakken, ik ga morgen naar New York.”

Eerder gepubliceerd in Elsevier Stijl

 

Gerelateerde Artikelen:


,

Reageren is niet (meer) mogelijk.