De kop boven dit stukje is geen tikfout. Het zit zo. Bij de pareltrend moet IFD meteen denken aan een legendarische televisieserie van heel wat jaartjes terug: Pipo de Clown.
Die Pipo, hij omringende zich onder andere met zijn vrouw Mammaloe, een lijpe Indiaan die luisterde naar de naam Klukkluk, de gezette circusdirecteur Dikke Deur en het domme roversduo Snuf en Snuitje.
In de serie kwamen verschillende kreten voorbij die je in bejaardenhuizen nog steeds hoort, zoals Sapperdeflap, Ossiepossie en Pipo Koeien. Van de stotterende Snuf of Snuitje is de kreet mmmooie ppparels. En of ze mooi zijn, de vele parels die sinds vorig jaar opduiken in verschillende gedaantes in modecollecties. Mooi, maar ook hartstikke nep. Natuurlijke parels komen nog zelden voor, parelvissen gebeurt al bijna een eeuw niet meer, met als gevolg dat natuurlijke exemplaren verhandeld worden voor extreme hoge prijzen. Ossiepossie, zou Klukkluk zeggen.
Verreweg de meest hardnekkige mythe is dat parels voortkomen uit een zandkorrel in een oester. Wat wel klopt is dat parels groeien uit een parasiet die zich in een schelp laat inkapselen in laagjes parelmoer. Overigens kan elk weekdier met een schelp parels voortbrengen.
Modehuizen brachten ook heel veel parels voort. De jonge Britse Simone Rocha versierde er kleding en schoenen mee. Dior heeft een bestseller met ‘Mise en Dior’ een parel-oorbellenset waar maandenlange wachttijden voor bestaan. Sapperdeflap, zou Pipo zeggen.
Foto: Cartier 1957. Chicken Brooche princess Gracia. Volg mij op instagram @georgettekoning
Reageren is niet (meer) mogelijk.