Top menu

Vanmiddag FashionWeek A’dam: Lisa Konno. Een interview.

Lisa Konno studeerde vorig jaar af aan ArtEZ Arnhem. Voor haar eindexamencollectie Extended Materials (foto) onderzocht Konno hoe je van
textielrestanten nieuwe stoffen kan maken.

Het resultaat? Kleurige, modieuze ontwerpen gemaakt van innovatieve breisels. Lisa Konno showt haar eerste officiële collectie op Fashion Lab gesponsord door Vodafone, tijdens de Mercedes Benz FashionWeek in Amsterdam. Het wordt volgens Konno een bijzondere presentatie. “Meer dan een catwalkshow, verder zeg ik niks.”

Voor je afstudeershow had je al je stoffen zelf ontwikkeld, vertel.
“De ontwerpen waren gemaakt van sliertjes van breisels die zijn afgeknipt door de fabrikant, bijvoorbeeld afval van mouwen die in een bepaalde vorm worden geknipt. De lange sliertstroken heb ik op de breimachine door het materiaal heen geweven. De breisels zijn dus helemaal gerecycled.”

Is het een bestaande techniek?
“Ik heb het zelf uitgevogeld, het is een nieuwe techniek waar een tijdrovend proces aan vooraf ging en ik ben er nog steeds mee bezig. Het is in principe een breitechniek die ook op een industriële breimachine kan worden uitgevoerd. Dat ben ik dus aan het doorontwikkelen. Voordeel is dat de stof dan sneller en op grotere schaal geproduceerd kan worden en in heel veel variaties. Nog een voordeel: de restanten zijn gratis, ik heb dus minder kosten dan als ik dure zijde zou kopen.”

Waar haal je die restanten vandaan?
“Bij Stichting Texperium, een textielrecyclingbedrijf, daar kom ik regelmatig, we zijn inmiddels vrienden. Kringloopwinkels halen daar ook hun handel vandaan Er staan enorme balen van bijeengeperst materiaal, die koopt niemand. Texpirium versnippert het zelf met een machine met messen; de vezels die ontstaan worden met lijm bijeengeperst tot bijvoorbeeld viltmatten die onder tapijt liggen, of tot vulling in meubels of autostoelen. Ik experimenteer ermee.
“Er worden trouwens ook vaak mooie truien versnipperd tot vulling, zonde.
“Voor mijn afstudeercollectie heb ik alleen restantmateriaal uit fabrieken gebruikt, dat nooit bij de consument is geweest. Voor de nieuwe collectie die ik show tijdens de modeweek, gebruik ik spullen uit kringloopwinkels.”

Hoe kwam je op het idee om met afval te werken?
“Door het zien van films en het lezen van artikelen over de confectie-industrie. Van medestudenten die op stage waren geweest had ik ook gehoord dat er veel wordt weggegooid of verbrand. Het maakt trouwens niet uit of het dan gaat om een confectiemerk of een duur merk, de schaal waarop het gebeurt is in het laatste geval kleiner. Ik liep zelf stage bij Alexander Wang in New York, daar waren ze niet bezig met duurzaamheid. Ja, dan had ik beter stage kunnen lopen bij Stella McCartney, in de mode-industrie is zij een goed voorbeeld. Zij is duurzaam op het vlak van materialen en gebruikt geen bont en leer, en materialen als gerecycled polyester.”

Dacht je voor je afstuderen na over duurzaamheid?
“Ik wist dat er veel afval is in de mode-industrie. Ik zat daardoor in tweestrijd met wat ik aan het doen was. In de onderzoekopdracht in voorbereiding op mijn eindexamen, wilde ik dat het eindresultaat van die kleine collectie van uit elkaar gehaalde oude kledingstukken er heel esthetisch en elegant uit moest zien.
“In mijn afstudeerjaar ben ik me echt gaan focussen op duurzaamheid, en onderzoek gaan doen. Ik wist dat ik wilde afstuderen met duurzame mode, maar dan niet tijdloos en saai, maar modieus. Wat ik juist leuk vind aan mode is dat het veranderlijk is.”

Jij was in je afstudeerjaar de enige met een duurzame collectie. De ene academie is actiever dan de ander met duurzaamheid, hoe was dat bij jullie, moest je het zelf ontdekken?
“In Arnhem ligt de keus ligt bij de student. Jammer? Ik snap dat het iets is wat ook echt vanuit een student moet komen. Als iemand zich er al om bekommert, werkt het waarschijnlijk beter dan als het wordt opgelegd. Maar duurzaamheid zou best een minor-onderdeel van de studie mogen zijn, met lezingen en workshops bijvoorbeeld.
“Ik hoop dat meer studenten met duurzaamheid bezig gaan. Als ontwerper móet je bezig zijn met duurzaamheid. Ontkennen wat er allemaal gebeurt aan misstanden kan niet meer. Het gaat verder dan alleen materiaal vervangen, ook over hoe een label in elkaar steekt, hoe de productieketen is, en de relatie met de winkels.”

Wat zijn goede voorbeelden?
“Honest by, van Bruno Pieters, is een voorbeeld van hoe op eigenzinnige wijze duurzaamheid kan worden aangepakt. Pieters stelt ook eerlijk dat hij niet helemaal duurzaam is, hij laat online heel transparant zien waar alles vandaan komt en hoe en waar het gemaakt wordt.”

Is er een merk waar je jezelf qua stijl mee kan vergelijken?
“Acne, al zijn ze niet volledig duurzaam, maar wel aangesloten bij de Fair Wear Foundation. Interessant is Acne’s prijsklasse; het tussensegment. Daar wil ik uiteindelijk ook in vallen, met dat idee ben ik begonnen. Betaalbare modieuze duurzame mode is er te weinig. Het kan vaak ook niet anders, maar het moet niet elitair zijn om je duurzaam en mooi te kleden.”

Je hebt nu een eigen label, hoe ga je het onder de aandacht brengen?
“Door te showen tijdens de modeweek, en ik zoek nu andere mensen die duurzame initiatieven hebben ontwikkeld, ook buiten de modesector. Ik laat ze fotograferen in duurzame kleding van mij. Iemand die ik had gevraagd is Willa Stoutenbeel, zij heeft een agentschap W.Green, in groene merken. Ze was heel enthousiast over mijn plannen, nu werken we samen. Ja, dat was slim om haar te vragen.
“Na de show ga ik praten met I-Did Slow Fashion, een atelier in Utrecht, dat nu met Wehkamp-restanten nieuwe kleding maakt. Ik wil dat zij de productie gaan doen van enkele van mijn ontwerpen. Qua verkoopprijzen denk ik aan een shirt van € 80 tot stukken voor uiterlijk € 500. Ik wil online verkopen, en via Lena, een kledingbibliotheek in de Westerstraat in Amsterdam. In Utrecht is ook een Kledingbibliotheek, een goed initiatief waar mensen kleding kunnen lenen, en als het bevalt kunnen kopen.”

Nederlandse winkeliers staan vrij huiverig tegenover duurzaamheid én nieuw jong talent, hoe kijk jij hier tegen aan?
“Het komt denk ik door de consument, die niet bereid is om meer te betalen voor hun kleding. Wat er hangt in winkels die duurzame kleding verkopen, ziet er eerlijk gezegd ‘grijs en beige’ uit.

“De Kledingbibliotheek is een goede oplossing, daar moeten er meer van komen. Toen ik stage liep in New York zag ik heel veel winkels met duurzame kleding van jonge ontwerpers. Interessant is Manufacture New York, dat zit in een enorm fabrieksgebouw waar ateliers zitten, met ontwerpers, patroontekenaars en ook winkels. Alles zit onder één dak, en er worden dingen van het begin tot eind gemaakt. In Nederland zou dat ook kunnen werken.”

Volg mij op instagram @georgettekoning

Gerelateerde Artikelen:


Reageren is niet (meer) mogelijk.