Top menu

Liesbeth in ’t Hout over stijl

Liesbeth in ’t Hout (62) is oprichter van Fashion Council NL, een nieuwe organisatie die de creativiteit van de mode verbindt met business en onderwijs. Daarnaast is ze samen met designer Jurgen Bey co-directeur van het Amsterdamse Sandberg Instituut. Kunst, vormgeving en mode lopen als een rode draad door haar carrière. Na haar afstuderen in 1976 aan de kunstacademie in Arnhem, kocht In ’t Hout tien jaar lang hedendaagse grafiek voor de PTT. Ze begeleidde ook projecten voor bedrijfskleding. Vanaf 1999 vormde ze met Lidewij Edelkoort de directie van de Eindhovense Design Academy. Daarna was ze van 2006 tot 2011 directeur van het Amsterdam Fashion Institute (AMFI).

Wat was voor u een ontdekking op gebied van stijl?

Make-up veranderde mijn leven Toen ik jong was vond ik mezelf afschuwelijk lelijk, erg bleek. Ik sloeg geen enkel make-upadvies dat ik in de Libelle of Margriet tegen kwam over. Ik hield erg van tekenen, kon dat goed, en ‘maakte’ mijn eigen gezicht. Ik merkte dat ik door make-up een ander persoon kon zijn, deed veel aan mijn ogen. Ik werd blij van make-up.

Hoe omschrijft u uw eigen stijl?

Altijd heel erg basic. Dat is zo ontstaan omdat ik al zo’n opvallend hoofd heb. Je krijgt dan zoveel tegelijkertijd. Trends pik ik wel op, maar geef er altijd mijn eigen draai aan. Ik heb gevoel voor kleurtrends, die zie ik meestal aankomen. Hoewel groen voor mij al een leven lang meegaat, kan ik opeens heel erg zin krijgen in roze. Dan loop ik te watertanden tot ik iets roze vind wat bevalt. Ik ben altijd uitgesproken geweest. Vanaf mijn tweede weigerde ik bepaalde kleren aan te trekken. Ik hield van meisjesachtig en mooi, als een truitje niet paste in die stijl, deed ik er een jurkje eroverheen. Mijn moeder snapte al snel dat ze me beter mijn zin kon geven. Het maakt een karaktertrek duidelijk: ik ben een doordouwer.

U bent stijlvast.

Ja, ik ben altijd zo geweest. Ik draag al sinds mijn veertiende hetzelfde kapsel, en het zelfde soort kleding. Het enige waar ik zenuwachtig van wordt is als er een bepaalde dresscode wordt verwacht. ‘Jeetje, ‘nu moet ik iets voor de avond aan, denk ik dan, en ik heb niks in de kast’. Plotseling iets moeten kopen, is niets voor mij. Ik wil altijd ergens tegen aanlopen.

Stel u wordt gevraagd om mensen van kledingadviezen te voorzien?

Iets op advies aantrekken van iemand anders, daar komt niemand eigenlijk mee weg. Omdat het meestal niet écht bij iemand past. Neem ‘vrouwen die hoger op de ladder staan’, en zich laten adviseren. Gevolg: ze zien er uiteindelijk allemaal hetzelfde uit. Je kan het kleding- en kleuradvies er van af lezen. Er is een uitzondering: Angela Merkel. Zij heeft een goede adviseur die haar in één keer een passend uniform heeft aangeraden. Als ik dan toch een tip moet geven: probeer je persoonlijkheid toch sterk mee te nemen in je kledingkeuze.

Voor veel mensen is dat toch best verwarrend en moeilijk?

Ja, dat is waar, er zijn mensen die totaal niet zijn geïnteresseerd in stijl, angst hebben, en foute keuzes maken. Laat ik het dan zo zeggen, je moet een beetje jezelf durven te zijn, en het niet erg vinden wat anderen mooi of lelijk vinden.

U bent uw levenlang al altijd omringd door vormgeving, is dit van invloed op uw eigen stijl?

Ik zit redelijk ‘abstract’ in elkaar, in die zin dat ik ook vaak kies voor eenvoud en effen kleuren. Een voorbeeld, ik houd van sjaals, maar vind het moeilijk er een te kiezen met een decor. Maar ik houd zeker niet alleen van een abstracte wereld. De stijl van een kledingstuk of meubel is minder interessant voor mij, ik ben geïnteresseerd in de kwaliteit van de vormgeving en het persoonlijke verhaal erachter.

Omdat ik veel te maken heb met studenten, kijk ik altijd naar de persoon achter een ontwerp. De kwaliteit is belangrijk, al kan ik iets kwalitatief goed vinden – zoals Dolce & Gabbana – maar hoef ik het om die reden niet te hebben omdat het mijn smaak niet is.

Waarom is de Nederlandse mode minder eenduidig in stijl dan het beroemde Dutch design?

Om te beginnen heeft design in Nederland een geschiedenis, en heeft Dutch design zich dankzij de vele aandacht zich goed kunnen ontwikkelen tot een eigen stijl. Mode mist nog verbondenheid, en er zit een conceptuele kant aan die vertaald zou moeten worden naar kleding die mensen willen dragen. Ik hou van de persoonlijke benadering van ontwerpers, maar het blijft teveel hangen in de presentatie. De opzet van het Fashion Council is om creativiteit te bundelen met onderwijs en bedrijfsleven en de Nederlandse modeketen zo een duidelijker identiteit en een veel groter bereik te geven.

Eerder gepubliceerd in Stijl van Het Financieele Dagblad. Illustratie: Liesbeth in ’t Hout

Gerelateerde Artikelen:


Reageren is niet (meer) mogelijk.